Dat zijn de belangrijkste conclusies van het rapport Gemeenten Onderwijs Achterstandenbeleid 1998-2002, dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vandaag liet verschijnen.

Bij de invulling van het onderwijsachterstandenbeleid kiest 65 procent van de gemeenten voor een beleid dat zich richt op alle scholen om een zo groot mogelijk draagvlak te krijgen. Een kwart beperkt het beleid tot achterstandsscholen. Eenderde van de gemeenten richt het beleid uitsluitend op allochtone en autochtone leerlingen met een leerachterstand.

Uit het onderzoek, verricht in vijftien gemeenten, blijkt dat gemeenten en scholen nogal eens slaags raken over de besteding van het geld. Lang niet alle scholen willen de gemeenten hierin inzage geven. Dit zijn zij wel verplicht.

Het lerarentekort slaat het hardst toe bij achterstandsscholen met meer dan 70 procent allochtone leerlingen.

Eerder publiceerde het SCP een rapport over het onderwijs allochtone levende talen (OALT). De onduidelijke doelstellingen van het OALT-beleid en de keuze voor taaleducatie boven cultuureducatie waren mikpunt van kritiek. De aanpak zou de integratie van buitenlanders niet bevorderen.

Het kabinet heeft besloten dit type onderwijs met ingang van augustus 2004 te beëindigen. De onderwijsbonden spanden daarom een kort geding aan tegen minister Van der Hoeven van Onderwijs, maar verloren dit.