Gids bij Bunyans Christinnereis
Titel:
”Waarheen Pelgrims?” door ds. C. den Boer
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2003
ISBN 90 336 0534 1
Pagina’s: 302
Prijs: € 28,50. Het boek ”Waarheen Pelgrims?” vormt een uitvoerige leidraad bij de Christinnereis van John Bunyan. Dat impliceert dus dat de auteur, ds. C. den Boer, ervan uitgaat dat het oorspronkelijke werk ernaast gelezen wordt. Voor een goed begrip van de vele karakters en beelden in Bunyans schone werk lijkt mij dat wel noodzakelijk.
De schrijver heeft elk hoofdstuk verkort weergegeven. Daarbij is hij zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke gebleven: hij heeft voor deze verkorte weergaven een van de betrouwbaarste Engelse versies gebruikt. Elk hoofdstuk bevat ook een gedeelte ”Uitleg en leerelementen”, waarin vooral de geestelijke lessen die Bunyan met elk ”tafereel” heeft bedoeld naar voren worden gebracht. Daarop volgt een aantal gespreksvragen, die rechtstreeks of zijdelings te maken hebben met het onderwerp dat in het hoofdstuk wordt behandeld. Ook worden vragen gesteld die te maken hebben met actuele problemen. Elk hoofdstuk eindigt met een lijst van bijbelteksten die in het behandelde gedeelte voorkomen.
Literatuurlijst
De schrijver heeft zich grondig in dit werk van Bunyan verdiept. Daarvan getuigt ook de respectabele literatuurlijst die hij geraadpleegd heeft. Behalve enkele Engelse commentaren heeft hij er verschillende vertalingen op nageslagen - waarvan hij terecht opmerkt dat deze nogal eens afwijken van het oorspronkelijke. Zijn weergave van de verschillende personen en gebeurtenissen heeft aan betrouwbaarheid gewonnen door het gebruik van oorspronkelijke versies. Bij de Engelse commentaren had ik graag ook de editie van George Offor gezien, waarin vele lezenswaardige aantekeningen op de Engelse tekst te vinden zijn.
Ik ben het met de schrijver eens dat juist de betekenissen van de namen van de figuren die Bunyan beschrijft de sleutels zijn voor de uitleg van de geestelijke zin. Nauwkeurig heeft hij die namen vanuit het Engels trachten te omschrijven. Uiteraard moet men altijd een keuze doen als er meerdere varianten zijn. Zo vind ik dat de schrijver de Slough of Despond terecht met Moedeloosheid vertaalt en niet in de eerste plaats met Mistrouwen of Wantrouwen.
Daartegenover had ik de naam van Secret liever vertaald met Verborgenheid, omdat Bunyan daarmee mijns inziens de verborgen ondersteuning van de Geest bedoelde. Overigens zijn voor sommige Engelse namen meerdere varianten gegeven, zoals Stupidity (Domheid, Onwetendheid, maar vooral Gevoelloosheid).
Niveau
Voor de vertaling van Bunyans gedichten heeft ds. Den Boer de versies van drs. Van ’t Veld gebruikt, die zelfs bij de meeste gedichten een melodie heeft gezocht. Wel aardig, maar het blijkt dat het vertalen van dichtregels veel moeilijker is dan van prozatekst. Zo heb ik wel wat twijfels bij de vertaling van het raadsel dat de oude Eerlijk kreeg in het huis van Gajus en eveneens bij zijn antwoord daarop. Mijns inzien moet men ”abroad” hier eerder vertalen met ruchtbaar, openbaar dan met ”buitenland”. De zin is dan: wie iets van het (ware) leven wenst te openbaren, moet eerst aan zichzelf sterven.
In de gespreksvragen komt een grote verscheidenheid aan onderwerpen aan de orde. Men moet wel goed onderlegd zijn in de Schriften om hierop adequate antwoorden te geven. De gespreksleider moet zeker iemand van niveau zijn!
Moeilijk blijft de uitleg van de drie reuzen Grimm, Maul en Slaygood. Ik ben het met de schrijver eens dat Bunyan in dit geschrift voornamelijk geestelijke zaken heeft uitgebeeld. Toch staat het geestelijke niet los van de geschiedenis: vervolgingen van allerlei aard waren het deel van de christenen in die tijd, waardoor hun geestelijk leven soms onder zware druk stond. Hier moeten we het geschiedkundige zelf niet geestelijk gaan duiden. Daarin gaat Whyte (blz. 124) wel wat te ver!
Dromen
Bovenstaande kritische noten doen niets af van de degelijkheid van het werk van de auteur, die alles zeer grondig heeft doordacht.
Ik ben het echter niet met hem eens als hij de ’dromen’ van Bunyan wat al te letterlijk schijnt te nemen. Bunyan heeft de droom als een soort literaire vorm gebruikt om verborgen geestelijke werkingen te verwoorden. Zo moet men beide dromen die Christinne in het begin van het boek krijgt, zien als beide aspecten van de zaligmakende overtuiging, namelijk: de ontdekking aan haar zondig leven en anderzijds de uitstorting van de liefde van God, waardoor zij een ernstige begeerte krijgt om ook het nieuwe te verkrijgen dat haar man heeft ontvangen.
Op blz. 80 staat een onjuistheid: dit is niet de samenvatting van Christinne, maar de uitleg van Grootmoedig. Overigens is dit een boek dat de Christinnereis veel begrijpelijker zal maken!