Commentaar: Europa heeft belang bij opbouw Libië
Eindelijk lijken de rebellen in Libië het land toch in handen te hebben gekregen. Aan beide kanten heeft het grote verliezen opgeleverd. En waarschijnlijk is de strijd nog niet over.
Het is een langdurige operatie geweest. Toen op 11 februari de Egyptische president Mubarak opstapte, was de Libische opstand al in volle gang. Eind maart, nu vijf maanden geleden, stelde de VN-Veiligheidsraad een vliegverbod boven Libië in. Tegelijkertijd werd een mandaat gegeven de burgers te beschermen. De grote man achter het gewapend ingrijpen was president Sarkozy. Om begrijpelijke redenen: hij wil niet elke dag migranten op het Middellandse Zeestrand.
Toch hebben Sarkozy en de andere regeringsleiders zich enorm verkeken op de taaiheid van Gaddafi. Deze operatie vult de lange lijst aan van militaire avonturen die onder veel te groot optimisme zijn begonnen.
Ook de rol van de NAVO hierin moet kritisch bezien worden. Dit bondgenootschap zou onpartijdig optreden en de burgers beschermen. Maar vanaf het begin bestond de indruk dat de NAVO de rebellen steunde en doelgericht op Gaddafi afging. Echt zuiver is dit niet. Toch komt er weinig kritiek op. Ook in Nederland heeft de NAVO-operatie steeds politieke steun gehad, inclusief die van christelijke partijen.
Een interessante vraag is of een herhaling van dit kunstje in Syrië zinvol is, nu de NAVO-vliegtuigen weer beschikbaar zijn. Dit lukt vrijwel zeker niet. Het internationaal ingrijpen tegen Libië kwam er in maart alleen maar door omdat Rusland en China in de VN-Veiligheidsraad geen actief veto uitspraken. Na de ervaringen van de afgelopen maanden zullen zij een militaire operatie in Syrië vrijwel zeker blokkeren.
Bovendien zijn Libië en Syrië ook niet goed vergelijkbaar. De rebellen in Libië waren redelijk goed bewapend. Daarvan is in Syrië geen sprake. Bovendien ligt Syrië heel dicht bij zowel Iran als Israël, wat het gebied extra gevaarlijk maakt.
De westerse landen kunnen zich beter richten op de wederopbouw van Libië. Vooral de Europese Unie heeft hier direct belangen. Europa kan in de eigen achtertuin geen boevenstaat gebruiken. Eén Somalië is al genoeg. Maar ook op dit punt is er weinig reden voor optimisme. De bestuurlijke opbouw van Irak en –vooral– Afghanistan is nog weinig veelbelovend.
Waar Gaddafi zelf verblijft, is vooralsnog niet duidelijk. Gisteren brulde hij nog „tot het einde van de wereld” in Tripoli te zullen blijven, maar men moet niet vreemd opkijken als hij dit zei vanuit Algerije, Zimbabwe of zelfs Venezuela.
Als hij wordt gearresteerd, komt hij vrijwel zeker naar Den Haag naar het Internationaal Strafhof om te worden berecht voor de vermeende misdaden tegen de mensheid. Gaddafi is dan de eerste echt grote vis voor dit internationale hof. Een spoedig vonnis zit er overigens niet in, want deze hoven leveren allesbehalve snelrecht.
Maar Gaddafi moet niet de enige zijn die terechtstaat. Ook aan de kant van de rebellen zijn grote misdrijven gepleegd. Voor de geloofwaardigheid van het ‘nieuwe’ Libië is het goed ook hier de grenzen duidelijk te trekken. Overwinnaarsrecht is nu juist iets dat meer hoorde bij het ‘oude’ Libië.