Christenen, joden en moslims delen gebroederlijk het Mediation Centre op Schiphol. Met 45.000 bezoekers per jaar is dit de meest gebruikte multi­religieuze gebedsruimte van Nederland.

Schiphol kent sinds 1975 een luchthavenpastoraat. Drie pastores en dertig vrijwilligers besteden zorg aan passagiers. „We helpen reizigers in de problemen hun weg te vervolgen”, zegt Joop Albers (63). „Met een kop koffie. Of een luisterend oor. Af en toe wil iemand dat we een gebedje uitspreken. Presentie is belangrijk.”

Een pastor krijgt soms heel wat leed op z’n bordje. „Een jong echtpaar was op vakantie in Thailand. De vrouw werd aangereden door een vrachtwagen en raakte verminkt. Ik heb haar man opgevangen. Hij was helemaal stuk.”

De drie pastores worden betaald door de Rooms-Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland. De luchthaven­directie onderkent het belang van pastorale zorg en stelt faciliteiten beschikbaar.

De ontmoeting tussen religies in het Mediation Centre verloopt probleemloos. Toch kan het natuurlijk altijd een keer mislopen. „Ik zou een groep Nederlandse militairen uit Bosnië krijgen. Vlak daarvoor komt er ineens een grote groep moslims bidden. Ik zeg tegen hun voorman: „Fijn dat jullie er zijn, bid je ook voor mij? Maarre… kun je het vandaag misschien een beetje snel doen?” Dat was geen probleem.” De pastor grijnst. „Je moet het conflict ook niet opzoeken.”

Elke zondag is er om 11.00 uur een dienst. De boodschap is vaak eenvoudig. „Geen theologische hoogstandjes.” Evangelisatie vindt de pastor niet zijn eerste taak. „We moeten de boodschap uitdragen, desnoods met woorden. Maar vooral met onze daden.” De contacten met passagiers zijn vaak vluchtig. „Je ziet mensen nooit weer terug. We moeten hen loslaten We mogen hen echter overgeven in het vertrouwen dat God zorg draagt.”

Dit is het laatste deel in een serie over Schipholmedewerkers.