Commentaar: Verseksualiseerde kinderkleding en de rol van de ouders
Een kwart van het kledingaanbod voor meisjes tussen de tien en twaalf jaar is seksueel getint. Dat blijkt uit het scriptieonderzoek van een Belgische studente. Het gaat om kleding met seksueel getinte tekeningen of opschriften en duplicaten van volwassen dameskledij.
Wie deze onderzoeksresultaten op zich laat inwerken, kan niet anders dan schrikken. Het gaat hier immers niet over jongvolwassenen –voor wie uitdagende kleding evenmin gepast is– maar over kinderen. Meisjes die nog niet eens in de puberteit zijn en dan door de commercie de richting worden opgeduwd van een lustobject.
Terecht merkt een pedagoog vandaag in deze krant op hoe dubbel onze maatschappij is over dit soort zaken. Aan de ene kant is er de –zeer terechte– strijd tegen allerlei pedoseksuele uitingen, aan de andere kant laten we toe dat kinderen een kledingstijl krijgen opgedrongen die, zwak uitgedrukt, volstrekt niet past bij de status van een kind. Het is ongelooflijk belangrijk dat een kind ook echt kind mag zijn. Juist in die periode wordt de draagvloer gelegd voor een volwassen persoonlijkheid. Onbezorgdheid, onschuld en onbeperkt vertrouwen in opvoeders; het zijn de kenmerken van een kind. Zo’n kind hoort geen reclamezuil te zijn voor geraffineerde, verseksualiseerde kleding.
Geconfronteerd met deze onderzoeksresultaten is het niet moeilijk om grote woorden te spreken tegen kledingwinkels en een maatschappij die dit bevordert en toelaat. En natuurlijk is het goed dat deze cijfers misstanden ontmaskeren en tot maatregelen leiden. In het Verenigd Koninkrijk geldt sinds enkele maanden een verbod op sexy lingerie voor kinderen – dat zou in Nederland ook een goede stap zijn.
Tegelijk moet de spade van de verontwaardiging wel dieper gestoken worden. Wie alleen maar in algemeenheden spreekt over fouten in onze maatschappij, peilt niet wat er echt aan de hand is. Iemand merkt op dat het wat betreft het verseksualiseren van de kledingstijl van kinderen fout is gegaan toen op tv de kinderplaybackshows verschenen. Kinderen uitgedost als popsterren betraden het podium en werden daar toegejuicht door volwassenen. Oftewel: kinderen deden volwassenen na en kregen daarvoor de goedkeuring van hun opvoeders. Tegenwoordig zijn die shows aangevuld met andere uitingen van de beeldcultuur, zoals profielsites waar kinderen op steeds jongere leeftijd hun foto’s met anderen delen.
Je hoeft geen groot pedagoog te zijn om te weten dat kinderen in de allereerste plaats hun ouders als referentiekader nemen bij het opgroeien. De meeste meisjes willen zijn als hun moeder. Dus is het juist ook in deze kwestie van het allergrootste belang welk kledingvoorbeeld ouders aan hun kinderen geven.
Voor christelijke ouders en jongeren is zo’n onderzoek juist een goede aanleiding om zich te onderscheiden. Niet door wereldvreemd of juist protserige kleding, maar wel door invulling te geven aan Bijbelse begrippen als eerbaarheid en soberheid. Kleding herinnert aan de oerzonde in het paradijs en dient niet om uit te dagen of te prikkelen maar juist om te bedekken. Dat klinkt ouderwets maar uit dit onderzoek blijkt wel dat het hyperactueel is.