Buitenland

Egyptische jongeren laten kansen lopen

De afgelopen weken is het steeds duidelijker geworden dat in Egypte de wittebroodsweken voorbij zijn tussen enerzijds het leger en anderzijds aller­lei oppositiepartijen en protestbewegingen. Het optimisme van de dagen na 25 januari heeft plaatsgemaakt voor de grimmige realiteit.

Martin Janssen
15 August 2011 19:21Gewijzigd op 14 November 2020 16:11
Sinds 29 juli kan niemand de aanwezigheid én de reikwijdte van de islamitische krachten in Egypte meer ontkennen. Foto ANP
Sinds 29 juli kan niemand de aanwezigheid én de reikwijdte van de islamitische krachten in Egypte meer ontkennen. Foto ANP

Vooral de seculiere jongeren, die zich verenigd hebben in de beweging van de 6e april, lijken moeite te hebben met de overstap van de ideële en virtuele wereld, waarin ze maandenlang als in een roes leken te leven, naar de harde realiteit. En die zegt hun dat uiteindelijk verkiezingen de toekomst van Egypte zullen bepalen. Een boodschap die de Egyptische islamisten veel beter begrepen blijken te hebben. Dezen hebben zich de afgelopen maanden goed georganiseerd en gebruiken hun moskeeën om verkiezings­campagne te voeren.

De moslimbroeders hebben hun eigen partij opgericht en spreken steeds vaker en openlijker over de islamisering van Egypte en de invoering van de sharia. Waarschijnlijk omdat ze de hete adem van de salafisten in de nek voelen, met wie vergeleken de moslimbroeders inderdaad buitengewoon gematigd lijken.

Sinds 29 juli kan niemand de aanwezigheid én de reikwijdte van de islamitische krachten in Egypte meer ontkennen. Met vele honderd­duizenden vulden de islamisten op deze vrijdag het gedenkwaardige Tahrirplein in hartje Caïro en aloude slogans zoals ”De islam is de oplossing” en ”Het volk wil de sharia” schalden vrolijk over het plein. Tot afgrijzen van seculiere en liberale bewegingen, die zich verontwaardigd en mokkend terugtrokken, om vervolgens de moslimbroeders ervan te beschuldigen een overeenkomst geschonden te hebben die bepaalde dat er geen religieuze leuzen zouden worden gebruikt. Wat vrij naïef klinkt, want hadden deze jongeren werkelijk verwacht dat het religieuze kamp hún leuzen van seculiere democratie en liberalisme zou overnemen?

Sommige jongeren verklaarden die vrijdagavond op de Egyptische televisie dat het Tahrirplein die dag op Afghanistan leek. Hun verbazing en shock bevestigt hun wereld­vreemdheid. Vele kenners van de Egyptische situatie hadden de gebeurtenissen van de 29e juli voorzien. In het nieuwe „democratische” Egypte is het islamisten en salafisten toegestaan hun stem te verheffen, nadat ze decennialang ondergronds hebben geleefd. Diezelfde kenners die de ontwikkelingen in Egypte met bezorgdheid volgen, hopen dat deze shock weldadig zal werken. Opdat de liberale en de seculiere krachten in Egypte eindelijk beseffen dat er verkiezingen gewonnen moeten worden en dat het de hoogste tijd is om zich te organiseren.

Deze seculiere en liberale groeperingen vielen de afgelopen weken de Militaire Hoge Raad aan, die momenteel in feite Egypte bestuurt. Ze eisten dat de verkiezingen worden uitgesteld, omdat ze onvoldoende tijd hebben om zich te organiseren en een politiek programma te ontwikkelen. Er is echter reeds een halfjaar verlopen sinds de beroemde 25e januari. Zes maanden die ze volkomen onbenut hebben gelaten, terwijl het religieuze kamp, dat zich aanvankelijk op de achtergrond hield, zich wél voorbereidde en nu zijn tanden laat zien.

De afgelopen maanden waren de jonge revolutionairen als ware Robin Hoods vooral in conflicten verwikkeld met de Militaire Hoge Raad, waardoor ze zichzelf verzwakten. Volgens sommige critici zijn deze jongeren geobsedeerd door het verleden, waardoor ze de hedendaagse realiteit verkeerd inschatten en daarmee hun politieke toekomst vergooien.

Wat bijvoorbeeld zou blijken uit hun strijd met de militairen om leden van het voormalige regime voor het gerecht te dagen. Waarbij uit sommige uitlatingen van deze jongeren blijkt dat ze niet zozeer geïnteresseerd zijn in de rechtsgang tegen bijvoorbeeld oud-president Mubarak, maar vooral in diens veroordeling. Wraak dus. Ondertussen sponnen de moslimbroeders –die zich wijselijk niet uitlieten over deze kwesties– hierbij garen en bereidden zij zich voor op de verkiezingen.

In sommige Arabische kranten werden de seculiere en de liberale krachten in Egypte vergeleken met de Iraakse soennieten na 2003. Het Ba’athregime, dat vooral de belangen van de soennitische minderheid vertegenwoordigde, was ten val gebracht. Om de politieke opmars van de door Iran gesteunde Iraakse sjiieten te voorkomen, was het dringend noodzakelijk dat de soennieten een alliantie sloten met de Koerden. De soennieten publiceerden echter een schier eindeloze lijst met bezwaren tégen de Koerden, met als resultaat dat de Koerden, wier geduld uiteindelijk was opgeraakt, een alliantie sloten met de sjiieten. Het luidde het begin in van de politieke marginalisering en uitsluiting van de soennieten.

In het huidige Egypte kunnen er drie groeperingen worden onderscheiden: het seculiere kamp, de islamisten en het leger. Het seculiere kamp zou nu moeten samen­werken met het leger om een nieuwe grondwet op te stellen, die als basis kan dienen voor de verkiezingen. Dit is namelijk ook wat de Militaire Hoge Raad prefereert, die de kracht van de islamisten onderkent.

In plaats van samenwerking met het leger kozen de seculiere jongeren er echter voor om voortdurend conflicten uit te lokken met de militaire top, door die ervan te beschuldigen de revolutie verraden te hebben. Ondertussen mijdt de derde partij, de islamisten, zorgvuldig ieder conflict met de militairen. Het verleden heeft hun geleerd dat de Egyptische militairen de werkelijke machthebbers in het land zijn. De islamisten willen eerst verkiezingen houden, in de overtuiging dat ze deze waarschijnlijk gaan winnen. Om vervolgens daarna een nieuwe grondwet op te stellen, die dan vooral door hen als nieuwe parlementaire meerderheid zal worden geschreven.

Sinds de staatsgreep van de vrije officieren in 1952 is het de legertop die achter de schermen Egypte bestuurt. Sindsdien heeft het land drie presidenten gehad: Abdul Nasser, Anwar Sadat en Husni Mubarak, die alle drie officier waren binnen dit leger en die van de legertop het bevel kregen om hun uniform te verwisselen voor een driedelig pak inclusief stropdas. Waarmee ze het civiele gezicht werden van een de facto militair bestuur.

Sinds 1952 heeft de Egyptische legertop een kat-en-muisspel gespeeld met de islamisten en vooral de moslimbroeders. In tijden van relatieve rust mochten de moslimbroeders als onafhankelijke kandidaten meedoen aan de verkiezingen, zoals in het jaar 2005, toen ze 88 zetels wonnen in het Egyptische parlement. Om in andere periodes echter genadeloos onderdrukt te worden door het leger wanneer de legertop van oordeel was dat de moslimbroeders weer te sterk waren geworden. Anno 2011 beleven we een nieuwe episode in deze oude strijd.

Op 17 juli verscheen er een artikel in The Washington Post waaruit bleek dat de Egyptische legertop de ware intenties van de moslimbroeders wantrouwt. In dit artikel werd door (anonieme) generaals de toekomstige rol van het Egyptische leger vergeleken met de rol die het Turkse leger vervult, „om de Egyptische democratie te beschermen tegen islamisten. We weten dat dezen niet democratisch denken.” Vandaar dat de moslimbroeders op hun beurt momenteel achter de schermen het Westen vragen om druk uit te oefenen op de Militaire Hoge Raad opdat het leger, net als in het Turkije van Erdogan, onder­worpen wordt aan het civiele bestuur. Waarmee volgens sommige waarnemers de moslimbroeders hun te verwachten verkiezingsoverwinning veilig willen stellen. Ze weten dat het leger zal ingrijpen als ze zouden proberen Egypte te ver­anderen in een islamitische staat.

Het lijkt daarom realistisch dat er in de nabije toekomst opnieuw een confrontatie kan worden verwacht tussen de islamisten en het leger. De vraag is hierbij niet meer zozeer óf de islamisten de verkiezingen zullen winnen, maar veeleer hoe de legertop op deze overwinning zal reageren. Zal zich wellicht het Algerijnse scenario van 1991 herhalen, toen het Algerijnse leger de verkiezingsoverwinning van de islamisten ongeldig verklaarde? Een militaire coup die, net als in het Algerije van 1991, stilzwijgend zal worden gesteund door het Westen, dat een islamitische regering in Caïro vreest. Velen vragen zich af waarom het leger momenteel de veiligheidssituatie in Egypte zo uit de hand laat lopen. Wellicht om een militair ingrijpen te legitimeren?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer