Debat in reces: leuk verzetje, maar ongevaarlijk
DEN HAAG – Premier Rutte moet zich dinsdag in de Tweede Kamer verantwoorden over zijn gebrekkige communicatie rond de hulpverlening van de EU aan Griekenland. Hoe uitzonderlijk is zo’n debat, ruim voor het eind van het zomerreces? En waar kan het toe leiden? Vijf vragen en antwoorden.
Hoe vaak komt het voor dat de Kamer terugkomt van zomerreces om een of meer ministers over een bepaalde kwestie aan de tand te voelen?
Niet heel vaak. Kamerleden zijn zuinig op hun ‘vakantie’ en als een zaak kan wachten tot de eerste vergaderweek ná het reces, zullen parlementariërs een debat liever uitstellen. Zo af en toe zijn er echter kwesties die –vooral naar de mening van de oppositie– niet kunnen wachten tot het reces is afgelopen. Heel duidelijk lag dat voor oppositie én coalitie in 1995 toen midden in de zomer de door Dutchbat bewaakte enclave Screbrenica viel. Daarop volgde direct een Kamerdebat met toenmalig premier Kok.
Wat is dit keer de kwestie?
Halverwege juli vergaderde de EU koortsachtig over extra hulpverlening aan Griekenland. Nadat de EU-landen een principebesluit hadden genomen, vertelde premier Rutte in Nederland dat dit steunpakket 109 miljard euro kost, waarvan 50 miljard voor rekening komt van banken en verzekeraars. Later bleek die informatie onjuist te zijn. In feite kosten de steunmaatregelen 159 miljard euro, het bedrag dat door de andere EU-regeringsleiders tegenover hún bevolking steeds genoemd is.
Hoe ernstig is die fout?
Het verkeerd informeren van de Tweede Kamer is in de politiek in principe onvergeeflijk. Er zijn voor ministers en staatssecretarissen echter vele ontsnappingsroutes. Eén ervan is aantonen dat je de juiste informatie op dat moment niet voorhanden had.
Premier Rutte koos vrijdag op zijn persconferentie voor een andere weg. Volgens hem had hij vorige maand de nadruk gelegd op de financieringsbehoefte van Griekenland tot 2014. Daarop had het bedrag van 109 miljard betrekking. Zijn Europese collega’s hadden gesproken over de totale steun tot 2020. Die correspondeert met het bedrag van 159 miljard euro. Voor zijn „communicatiefout” bood Rutte vrijdag herhaaldelijk zijn excuses aan.
Waarom is de oppositie daarmee niet tevreden?
Premier Rutte heeft zijn excuses weliswaar gemaakt ten overstaan van de pers, maar politici zijn gewoonlijk pas tevreden als de verontschuldigingen gemaakt worden in het parlement.
Daar komt bij dat er nog altijd veel onduidelijkheid is over de precieze omvang en het precieze karakter van het steunpakket.
Bovendien is en blijft een oppositie altijd achterdochtig. Want waaróm koos Rutte er in juli eigenlijk voor om een andere tijdshorizon te nemen dan de andere regeringsleiders deden? Maakte hij de zaak misschien met opzet ingewikkeld zodat critici van steun aan Griekenland, zoals de PVV-achterban, het spoor bijster zouden raken?
Ten slotte vindt iemand als D66-leider Pechtold dat premier Rutte deze zomer sowieso te weinig leiderschap toonde en zichzelf in kwesties als de Griekse crisis en het drama in Noorwegen vaker aan het Nederlandse volk had moeten laten zien, desnoods door terug te komen van zijn vakantieadres.
Is het debat van morgen gevaarlijk voor het kabinet?
Nee. Met het door Rutte vorige week gemaakte excuus is de kou al grotendeels uit de lucht. Weliswaar volgt na de voor dinsdagmiddag (12.00 uur tot 15.00 uur) geplande vergadering, waarin de vaste Kamercommissie voor financiën in debat gaat met de minister-president en met minister De Jager van Financiën, wellicht woensdag nog een kort afrondend plenair debat waarin moties kunnen worden ingediend, maar bloed zal daar niet uit vloeien. Gevaarlijk wordt het voor een kabinet pas als coalitie- en/of gedoogfracties hun handen van de ministersploeg aftrekken. Daarvan is echter momenteel in het geheel geen sprake.