Deze koppositie is wel enigszins geflatteerd door de gunstige fiscale behandeling in Nederland van deze investeringen. Maar dat buiten beschouwing gehouden, blijft Nederland met een notering in de mondiale top 10 een grote investeerder.

Uit recent gepubliceerde gegevens van het Internationaal Monetair Fonds blijkt dat Nederland eind 2009 goed was voor een bedrag van 3700 miljard dollar aan directe investeringen in het buitenland. Dat wil zeggen dat Nederlandse bedrijven in totaal voor dit bedrag in gelieerde buitenlandse ondernemingen hebben geïnvesteerd.

Omgekeerd kon Nederland voor 3000 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen in eigen land verwelkomen. Op afstand volgen de Verenigde Staten met een waarde aan uitgaande directe investeringen van 3500 miljard dollar en inkomende van 2300 miljard. Op de derde plaats staat Luxemburg met respectievelijk 1750 en 1800 miljard.

Een verklaring voor de grote rol die Nederland speelt, is dat in ons land veel hoofdkantoren van grote multinationals zijn gevestigd, zoals Shell, Unilever, Philips en Ahold.

Verder merkt DNB op dat het maar voor een deel gaat om buitenlandse investeringen die de Nederlandse economie raken. Voor een aanzienlijk ander deel hangt de topnotering samen met de grote omvang van ondernemingen die zich voor het gunstige fiscale klimaat in Nederland hebben gevestigd. Die fungeren als financiële draaischijf voor ondernemingen met een buitenlandse moedermaatschappij.