Beurzen crashten wel eens harder
AMSTERDAM (ANP) – De verliezen op de beurzen van de afgelopen periode komen nog niet in de buurt van de grootste crashes van de moderne tijd. Een scherpe koersval binnen een beperkte tijd kan worden aangemerkt als een ‘beurskrach’, maar een crash wordt vaak pas achteraf zo aangeduid, als een langere tijd van koersdalingen volgt op een scherpe val. Een greep uit opvallende crashes.
- De moeder van alle crashes is de val van de graadmeters op Wall Street in oktober 1929. In één dag verloor de Dow-Jonesindex 13 procent en de dag daarop bijna evenveel. De koersval markeerde het begin van de Grote Depressie. In de jaren die volgden, zette de daling door. Dat resulteerde in 89 procent lagere koersen in 1932.
Na een relatief rustige periode gingen de koersen in 1937 en 1938 ook fors omlaag, met uiteindelijk verliezen van bijna 50 procent. De recessie en onvoldoende vertrouwen in de politiek waren de oorzaak.
In 1973-1974 had vooral de beurs in Londen het zwaar te verduren met diepe dalen en grote verliezen. Stijgende olieprijzen en binnenlandse politieke problemen leidden tot een (langetermijn) verlies van meer dan 70 procent.
19 oktober 1987 ging de geschiedenis in als ‘Zwarte Maandag’. De beurs in New York verloor binnen een dag meer dan 20 procent. De AEX ging toen ruim 10 procent achteruit. De hevige daling kwam vrij onverwacht en achteraf liepen de verklaringen sterk uiteen, van overschakeling op obligaties tot (uit de hand gelopen) computerhandel.
De beurs van Japan kende tussen 1990 en 2003 een zeer lange periode van dalingen als gevolg van de slechte economische situatie in het land. De koersen stonden op het laagste punt bijna 80 procent lager.
Tussen 2000 en 2003 waren op de beurzen de gevolgen van het barsten van de internetbubbel goed merkbaar. De periode van daling werd ingeluid met een openingsverlies van de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq van 4 procent op maandag 13 maart 2000. De Nasdaq verloor die week ‘slechts’ 9 procent, maar daalde binnen twee jaar circa 82 procent in waarde.
De financiële crisis en de val van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers leidden vooral in 2008 en 2009 tot verliezen op de beurzen. Op 15 september 2008 verloor de Dow-Jonesindex 500 punten. Na enkele kleinere dieptepunten ging de index in oktober met ruim 20 procent verder omlaag. In de hele periode 2008-2009 verloor de Dow-Jonesindex ruim de helft in waarde. Daarna volgde een periode van herstel, waaraan met de schulden- en budgetcrisis van deze zomer mogelijk een einde is gekomen.