Medewerker Schiphol: Modeverkoper
Schoenen zijn z’n lust en z’n leven. Serge Hubers (47) lééft tussen het schoeisel. „Een schoen is niet zomaar een schoen.”
Hubers spreekt gepassioneerd over zijn vak. De schoenspecialist bij Gerzon Fashion op Schiphol heeft thuis zestig paar staan. „Meer dan mijn vrouw en kinderen samen.”
Hubers zit sinds 1982 in de schoenen. Dagelijks adviseert hij passagiers. Over zolen, over leer, over binnenwerk. Vooral zakelijke passagiers. „Op de drukste dag van het jaar, met veel toeristen, heb ik weinig te doen.” In de shop voor luxe schoenen, tassen en kleding behoort Hugo Boss tot het middensegment. Hét merk is Moreschi. Hubers pakt een zwarte herenschoen. „Echt kaaimanleer, ruim 1300 euro. Meestal laat ik de klant terloops de bijpassende riem zien: 350 euro.”
Al wat betaalbaarder, maar nog niet echt goedkoop, is de schoen van leer van struisvogelpoten voor 419 euro. „Voor Nederlandse begrippen duur, internationaal niet.” De See Buy Flyprijzen bij Gerzon liggen zo’n 15 procent lager dan in Amsterdam.
Schoenen van Bristol of Bata gaan soms langer mee dan exemplaren uit het topsegment. Toch tellen klanten probleemloos honderden euro’s extra neer. „Het zit zó lekker.”
Het schoeisel van de Nederlandse zakenman is saai, verzucht Hubers. „En ongepoetst.” Veel uitgesprokener zijn Oost-Europeanen, Russen en Chinezen. De laatste kopiëren elkaar graag. „Een Chinees alleen geeft gemiddeld 250 euro uit, een Chinees in een groep 900 euro.”
De schoenspecialist ziet graag tevreden klanten vertrekken. „Het geeft een kick als ik aan drie, vier klanten per dag verkoop die anders niet hadden gekocht. Voldoening geeft het pas als iemand tevreden voor de tweede keer terugkomt.”
Hubers wil nooit meer weg van Schiphol. „Mijn vrouw heeft bij Bruna een lokale, vaste klantenkring. Ik een internationale.” Regelmatig mailt hij klanten over nieuwe aanwinsten. En klanten mailen hem. „Zet even een paar schoenen klaar.”
Dit is het zesde deel in een serie over Schipholmedewerkers.