Afwijkende elstarappel blijkt goud waard
TIENHOVEN – Toeval bestaat niet. Toch wel, toont het verhaal van Wilfred Zweeren (39) aan. De fruitteler uit Tienhoven zag in 1999 in een van zijn appelbomen een afwijkende vrucht hangen.
Ze staan rijendik, de appel- en de perenbomen van Zweeren. Zo ver het oog reikt, is enkel fruit te zien, slechts onderbroken door smalle stroken gras en een betonnen pad. Nog ruim een maand te gaan, dan breekt de tijd weer aan om de 600.000 kilo fruit te oogsten.
Zweeren teelt appels en peren. Voor peren heeft hij 10 hectare gereserveerd, appels moeten het vooralsnog doen met 3,5 hectare. Van origine is de Tienhovenaar perenteler. Het Nederlandse klimaat leent zich beter voor die fruitsoort dan voor appels, legt hij uit.
Door een toevallige ontdekking raakt de carrière van Zweeren in een stroomversnelling. In 1999 rijdt hij op een dag met de tractor door zijn boomgaard. Opeens ziet hij vanuit zijn ooghoeken een vuurrode appel. „Zo’n rode appel had ik nog nooit gezien. De vrucht viel gelijk op.”
Zweeren snijdt de bewuste tak van de boom af en ent hem in een andere stam. In 2001 komen de eerste vruchten openbaar. Alle ‘nakomelingen’ blijken dezelfde eigenschappen te hebben als de originele mutant. Alle hebben een vuurrode kleur, verder is er qua substantie nauwelijks onderscheid ten opzichte van een ‘normale’ elstar. „Alleen zijn de bloemen van de mutanten paars en de bladstelen opvallend rood, terwijl de elstar groene bloemen en bladstelen heeft.”
Het telen blijkt een succes. De vervolgstap is nog meer bomen planten. Zweeren richt een proeftuin in om de appels te telen.
Als Zweeren het verhaal van zijn afwijkende elstars aan telers en handelaren vertelt, blijkt er veel belangstelling te zijn. Zo veel dat de fruitteler rechten aanvraagt voor de verkoop van de appels.
Ook laat de teler wetenschappelijk onderzoek doen naar de kwaliteit van de appel. Die blijkt prima te zijn. Uit het laboratorium komen geen afwijkende gegevens. Zweeren: „Dat onderzoek vond ik heel belangrijk. Niet elke mutatie betekent vooruitgang. Mutanten dragen nogal eens virussen bij zich. Gelukkig hebben mijn appelbomen daar geen last van.”
Mutaties komen wel vaker voor, licht Zweeren toe. „De afgelopen tientallen jaren zijn meerdere mutaties van elstar op de markt verschenen. Hoe vaak een mutatie precies voorkomt, is niet te voorspellen. Vergelijk het met een witte mol. Die kom je ook eens in de zoveel tijd tegen.”
Zweeren heeft geen idee hoe de mutant ontstaan is. „Je hoort wel eens opvallende verhalen. Laatst vertelde iemand dat blikseminslag de oorzaak kan zijn van een mutatie van een appel. Ook zou de stresstoestand van een boom invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de vrucht. In hoeverre dat soort theorieën hout snijdt, laat ik in het midden.”
De Tienhovenaar heeft de afwijkende appel de naam elstar elrosa, gegeven, een verwijzing naar de rode kleur. „De eerste jaren noemde ik de appel elstar de la rosa, maar veel mensen struikelden over de lange naam.”
Pas twaalf jaar na de ontdekking begint Zweeren naamsbekendheid te krijgen met zijn appels. „Eerst gaan er een paar jaren overheen voordat de bomen vrucht dragen, vervolgens zijn de partijen dermate klein dat ze voor de handel nog niet interessant zijn. Pas dit najaar kan ik ongeveer 280.000 enten van de appelbomen verkopen; daar kun je mee voor de dag komen.”
Sinds kort is de appelsoort van Zweeren in heel Europa bekend. Vijf kwekers in Nederland hebben inmiddels een patent van de elstar elrosa. Ook een Belg, een Duitser en een Oostenrijker telen de soort.
Zijn appels zijn een verkoopsucces. Exacte cijfers wil Zweeren niet noemen, wel dat hij per appel „een bepaalde licentie” krijgt. „Een lucratieve handel”, zegt hij grijzend.