Breivik huurde afgelopen lente een boerderij in het dorpje Rena, zo’n 160 kilometer van de Noorse hoofdstad Oslo. Daar deed hij de laatste voorbereidingen voor zijn gruwelijke daden van afgelopen vrijdag, waarbij minstens 93 mensen omkwamen. Onderwijl probeerde hij, tevergeefs, zo normaal mogelijk over te komen in het dorpje.

„Hij zei dat hij een boer was”, vertelt Trine Stetten, een kapster in het dorpje. Hij kwam bij haar voor een knipbeurt. „Hij had toen een computertas bij zich en droeg nette kleren. We vonden het toch vreemd dat hij een boer zou zijn.” En ook het boerenwerk ging hem niet best af, zo vertelt een 61-jarige boer. Breivik gaf hem toestemming om het gras op zijn land te ‘maaien’. „Wij noemen dat snijden in boerentaal. Hij had geen greintje verstand van het werk op een boerderij”, zei Svein Meldieseth.

Breivik bleef de dorpsbewoners verbazen. Zo betaalde hij met bankpassen als hij een biertje kocht in de lokale kroeg. „En hij wou dan ook een bonnetje. Die gooien we hier altijd weg”, aldus barman Hanne Skavern.

Toch was het dorpje ideaal voor Breivik. Want hoewel hij enigszins opviel bij de bewoners, kon hij in Rena in alle eenzaamheid werken. „Het is makkelijk om hier onder de radar te verdwijnen, de boerderij is zelfs niet eens te zien vanaf de weg”, vertelt kroegeigenaar Lasse Nordlie.

De dorpsbewoners zagen Breivik altijd alleen. Dat strookt met de verklaring van Breivik dat hij de aanslagen van afgelopen vrijdag in zijn eentje pleegde.