Dat blijkt uit onderzoek van de Wageningse wetenschapper Don Weenink dat woensdag is gepubliceerd.

Weenink refereert in zijn onderzoek onder meer aan het geweld dat Urker jongeren dit voorjaar lieten zien. Ook wijst hij op eerdere rapporten over jongeren in met name de biblebelt die zich tijdens de jaarwisseling tegen de politie keren.

Volgens Weenink, die als hoofddocent verbonden is aan de vakgroep rurale sociologie van de Wageningen Universiteit, is het geweld van plattelandsjongeren mogelijk „onderdeel van de morele vakantie die een deel van deze jongeren in het weekend wil vieren.” Zo’n ”morele vakantie” vormt een scherp contrast met de arbeidsdiscipline en het zware werk doordeweeks. Het is een „enclave van onbezonnenheid, ongeremdheid en ontregeling”, stelt de onderzoeker in het gisteren verschenen tijdschrift Justitiële Verkenningen van het ministerie van Justitie.

Uit zijn onderzoek onder ruim 5000 plattelandsjongeren tussen de 14 en de 22 jaar blijkt dat zij niet alleen méér alcohol drinken en vaker de kroeg bezoeken dan leeftijdsgenoten in de stad, maar ook dat de samenhang tussen alcoholconsumptie in het weekend en het gebruik van geweld sterker is.

De oorzaak daarvan ligt mogelijk in de culturele betekenis die plattelandsjongeren geven aan alcohol en geweld, suggereert Weenink. Zo blijkt uit Nieuw-Zeelands onderzoek dat het drinken van grote hoeveelheden bier voor jongens op het platteland heel belangrijk is om hun mannelijkheid te bewijzen. „Het lijkt erop dat bier drinken ook een kernelement is van de cultuur van Nederlandse plattelandsjongens”, aldus de onderzoeker.

Weenink voert een pleidooi voor nader onderzoek, omdat veel vragen nog niet beantwoord zijn. Zo ziet hij graag een antwoord op de vraag welke plattelandsjongeren het precies zijn die het drinken van heel veel bier en het beleven van geweld als onmisbaar zien voor „een verdiend weekendje ontregeling.”

Ook naar mogelijke samenhang met economische en demografische kenmerken is nog te weinig onderzoek gedaan. Zo is niet duidelijk of jongeren die door de week veel zwaar lichamelijk werk verrichten zich vaker te buiten gaan aan „morele vakanties.”