Dit hield ds. W. Pieters de bijna 300 aanwezigen voor tijdens de zendingsmiddag woensdag in de hersteld hervormde kerk in Elspeet.

Ds. W. Pieters, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Garderen, bepaalde zijn gehoor naar aanleiding van 2 Korinthe 5:18 bij de betekenis van de bediening der verzoening. Verzoening, zo legde ds. Pieters uit, heeft te maken met ruilen. „Christus krijgt mijn zonden, ik Zijn verdiensten.”

„De mens”, zo zei hij, „moet zijn zonden aan Jezus geven.” Om zijn bedoeling te verduidelijken verwees ds. Pieters naar Leviticus 1. Daar staat dat God aan Israël beval om de hand te leggen op de kop van het offerdier. „Daar zegt God: dat moet je doen. En daarmee ook: dat mag je doen. De ruil, dat betekent dat woord ”verzoening” in onze tekst.”

In ruil voor zijn zonden, zo vervolgde de predikant, krijgt de zondaar „gerechtigheid. Dat is een woord waarvan de mensen niet meteen kunnen zeggen wat het nu betekent. Het gaat over wetsgehoorzaamheid. Die Wet heeft Hij gehoorzaamd. En die gehoorzaamheid aan de Wet is nu Zijn gerechtigheid.” Ds. Pieters wees er op dat iemand die aan zijn schuld is ontdekt, niet boven maar naast een heiden kan staan die nog nooit van het Evangelie heeft gehoord. Vervolgens stond ds. Pieters stil bij het feit dat God de bediening van de verzoening aan mensen gegeven heeft. „God zegt tegen die mensen: jullie mogen die gerechtigheid, die volkomen verzoening, de mensen gaan voorhouden.” De predikant benadrukte dat van dwingen geen sprake is. „Als de Geest in uw hart werkt, kunt u er niet meer vandaan blijven. Dan durft u er ook niet bij vandaan te blijven. U krijgt vrijmoedigheid om te naderen.”

Gods dienaren mogen de verzoening uitdelen, aldus de predikant. „Wij nemen het Lam mee vanuit het Woord. U mag uw schuld op Hem neerleggen. Hij wil al uw zaligheid zijn.”

Waarom, zo vroeg ds. Pieters, stuurt God mensen en niet engelen? Aan de ene kant, zo antwoordde hij, om heel dicht bij u te komen. „En ik kan iets wat een engel niet kan: uit eigen bevinding over de verzoening spreken. Uit eigen verwondering over de verzoening spreken. Een engel kan alleen vanuit beschouwing over de verzoening spreken.”

Ds. R. W. Mulder, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Leerbroek, sprak over Handelingen 17:30 en 31, waar Paulus de inwoners van Athene ertoe oproept zich tot God te bekeren. „Van nature interesseert ons de zaligheid van een ander, of zelfs van onszelf, niet. Maar als God in ons gaat werken, krijgen we oog voor de zaligheid van een ander. Dan zien we geen mensen. Dan zien we zielen, op weg naar een eeuwige toekomst.”

Paulus, zo zei ds. Mulder, riep de mensen op tot bekering. „Bekeren waarvan? Hier is bedoeld: bekeren van de afgoden.” Ds. Mulder stond er verder bij stil dat Paulus spreekt van het laatste oordeel. Ds. Mulder: „De Vader heeft die dag bepaald. Hij is al vastgesteld.”

God waarschuwt ons voor het oordeel uit liefde, zo benadrukte de predikant. „Bekering is erkennen dat God recht op je heeft. En belijden dat je het altijd verkeerd hebt gedaan.” Na afloop van de zendingsmiddag werd een uitgangscollecte gehouden. De opbrengst daarvan was bestemd voor de zending.