Opinie

Pre- en flexpensioen in toekomst onmisbaar

Gabriel van der Heijde

20 June 2003 14:24Gewijzigd op 14 November 2020 00:23

stelt dat de plannen om ouderen langer te laten werken kostbaar en onverstandig zijn. Wanneer zij op hun zestigste uit het arbeidsproces stappen, is dat per saldo voordeliger voor de maatschappij, omdat jongeren -die een lager salaris hebben- dan hun plaats in kunnen nemen. In de komende jaren is het macro-economisch voor de sector zorg en welzijn goedkoper dat de 60-plusser, met gemiddeld een hoger salaris, stopt met werken en ruimte maakt voor een instromer, met gemiddeld een lager salaris. De rechten op overbrugging dan wel flexpensioen zijn voor de 60-plusser toch al voorzien.

Bovendien ontbreekt het nog aan een nieuw beleid op de werkvloer om ouderen gezond en gemotiveerd aan het werk te houden in aangepaste functies met een aangepaste (lagere) beloning. Om nu op de korte termijn een demotiebeleid te voeren is macro-economisch bezien onverstandig. De huidige ouderen kunnen in deze tijd van toenemende werkloosheid beter vrijwillig plaatsmaken voor jongeren. Dat kan de komende jaren veel geld opleveren.

Maar op termijn behoudt een flexpensioenregeling haar waarde, in samenhang met een ontwikkeld ouderenbeleid. De ontwikkeling van zo’n beleid moet snel ter hand worden genomen. Daarbij moet er oog voor zijn dat werknemers in de sector zorg en welzijn fors meebetalen aan hun eigen (flex)pensioen.

Het nieuwe kabinet heeft in zijn onderhandelingsresultaat vastgelegd dat de arbeidsparticipatie tussen 55 en 65 jaar fors moet worden verhoogd. Er komt een beperking van fiscale en andere regelingen die het stoppen met werken bevorderen.

Historisch perspectief
De verpleegkundige en verzorgende beroepen worden aangemerkt als slijtende beroepen. De combinatie van zwaar werk, onregelmatige diensten en de confrontatie met zieke mensen vormt voor mensen in deze sector een zware psychische belasting. Dat was in het verleden een reden om op 60-jarige leeftijd met functioneel leeftijdsontslag (FLO) te kunnen gaan. Hiervoor in de plaats is de overbruggingsregeling gekomen voor alle werknemers in de sector zorg en welzijn.

Het verpleegkundige en verzorgende beroep is in de loop der jaren niet gemakkelijker geworden. De werkdruk is toegenomen en de onregelmatige diensten zijn niet verdwenen. De combinatie (deeltijd)arbeid en gezin maakt het er voor de overgrote meerderheid aan werkende vrouwen in deze sector niet gemakkelijker op.

Begin jaren tachtig ontstond er grote werkloosheid onder jongeren. Daarom werd besloten oudere werknemers de gelegenheid te bieden om vervroegd uit te treden. Zo ontstonden er arbeidsplaatsen voor jongeren. De kosten van deze maatregel werden gefinancierd door de werkgevers- en werknemersorganisaties, via regelingen voor vervroegde uittreding. De overheid leverde de fiscale mogelijkheden om de kosten betaalbaar te houden.

Tien jaar later zijn deze regelingen voor vervroegd uittreden op aandrang van de overheid afgebouwd. Ze werden omgezet in een aangepaste pre- of flexpensioenregeling. Werden de VUT-regelingen door een omslagstelsel gefinancierd, de nieuwe regelingen zijn gebaseerd op kapitaaldekking. Iedere deelnemer betaalt nu via een premieopslag zelf voor zijn of haar vervroegd pensioen.

Leden van de naoorlogse generatie, de zogenaamde babyboomers, zijn veelal op jonge leeftijd gaan werken. Ze maken over het algemeen de veertig dienstjaren vol. Deze mensen begonnen te werken in een tijd dat de arbeidsvoorwaarden nog maar zeer beperkt waren. De afgelopen drie decennia hebben ze wel meegewerkt aan verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, ook in financiële zin. De huidige jongere generatie kan daar nu gebruik van maken.

Onverstandig
Nu de werkloosheid toeneemt, is het onverstandig om het eerder stoppen met werken aan banden te leggen. In de sector zorg en welzijn kunnen de komende jaren gemiddeld 4000 werknemers van zestig jaar en ouder gebruikmaken van vervroegd uittreden of van het flexpensioen. Tot aan 2009 wordt de OBU-regeling (overbruggingsuitkering, de VUT van de sector zorg en welzijn) afgebouwd en vervangen door het flexpensioen waar de deelnemers zelf voor hebben betaald.

Deze werknemers maken op die manier plaats voor nieuwkomers in de sector. Jaarlijks kunnen dan 4000 nieuwe en jonge medewerkers instromen. De vertrekkers hoeven geen salaris meer te ontvangen. Zij gaan feitelijk het eigen spaarpotje opeten. De instromers komen over het algemeen tegen een lager aanvangsalaris de sector binnen. Dit levert de komende jaren een forse besparing op in de loonkosten. De werkgevers dienen wel de ontstane vacatures in te vullen.

De besparing die aldus wordt bereikt, zou gestort kunnen worden in het AOW-fonds van de overheid. Op deze manier financieren de vervroegde uittreders voor een overgroot deel de eigen AOW-uitkering vanaf 65 jaar.

Het dreigen met fiscale maatregelen tegen het vervroegd uittreden is feitelijk contraproductief. Het kabinet zou juist nu moeten stimuleren dat oudere werknemers plaatsmaken voor jongere. Omdat de uitkeringen van de vertrekkende werknemers in de prepensioenjaren niet meer collectief worden betaald en zij zelf zorgdragen voor de financiering, is het macro-economisch verstandig om vervroegd uittreden niet te ontmoedigen.

De huidige en de komende gepensioneerden zijn daarnaast nog een belangrijke factor in onze maatschappij. Niet alleen gaan zij vaker op vakantie en doen zij leuke dingen, maar ook zijn velen als vrijwilliger actief in onze samenleving. Zij zijn bezig hun gespaarde geld te investeren en op te maken. Zo kunnen zij nog vele jaren een belangrijke schakel blijven in onze (economische) samenleving.

De cijfers
Bijgaand staatje geeft aan om hoeveel geld het kan gaan. Indien 4000 uittreders plaatsmaken voor 4000 instromers, dan levert dat in de komende jaren een paar miljard euro op. Dit geldt wellicht niet alleen voor zorg en welzijn, maar ook voor andere sectoren uit onze samenleving. Het CPB zou dit voor de nieuwe minister van Financiën kunnen uitrekenen.

Mijn advies is gratis: Kabinet, geef de babyboomers de gelegenheid om fiks bij te dragen aan het oplossen van de toenemende werkloosheid in Nederland.

De auteur is verpleegkundige.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer