Hulporganisaties zijn sinds 2009 door gewapende groepen uit grote delen van het zuiden van Somalië verjaagd. De gevaarlijkste groep militanten, Al-Shabaab, heeft sinds kort organisaties zoals het World Food Program (WFP) van de VN beperkte toegang beloofd tot gebieden die onder zijn controle staan, maar voor de vluchtelingenorganisatie UNHCR is dit niet genoeg. „Wij hebben aanzienlijk beter toegang nodig dan wij nu hebben om een noodsituatie als deze aan te kunnen”, aldus UNHCR-woordvoerder Adrian Edwards in Genève.

De UNHCR verleende de afgelopen dagen hulp aan 90.000 mensen in de hoofdstad Mogadishu en het zuidwesten van 
Somalië. Volgens de organisatie zijn er in het gebied van de Hoorn van Afrika meer dan 11 miljoen mensen die door de droogte hulp nodig hebben. Velen zijn naar grote vluchtelingenkampen in Kenia en Ethiopië getrokken, maar mede door de slechte hygiënische omstandigheden is het gevaar van epidemieën groot.

Het WFP heeft kantoren in vier regio’s in Somalië van waaruit aan 1,5 miljoen mensen hulp wordt geboden. De VN-organisatie schat dat in gebieden waar zij geen toegang heeft 1 miljoen mensen verblijven. „Wanneer wij eenmaal veiligheidsgaranties hebben en volledige toegang om voedsel af te leveren, te verdelen en te volgen, zijn wij bereid er weer binnen te gaan”, aldus een woordvoerster.

Ook in het noorden van Kenia en in Ethiopië hebben mensen zwaar te lijden door de droogte. Experts wijzen erop dat schaarse landbouwgrond een belangrijke reden is van de huidige crisis.