Het gemiddelde van maart, april en mei is uitgekomen op 395.000 werklozen. Als het CBS de cijfers corrigeert met het oog op seizoensinvloeden, zou het aantal de 400.000 al zijn gepasseerd. Dan telt het statistisch bureau 403.000 werklozen.

Vergeleken met het gemiddelde een maand eerder is het aantal werklozen met 3000 gestegen. De toename is opmerkelijk, omdat het cijfer deze maanden doorgaans een daling kent. Door seizoenswerk in bijvoorbeeld horeca en landbouw vinden veel mensen tijdelijk een baan.

Vergeleken met een jaar geleden zijn er nu 123.000 werklozen meer. Over een langere termijn neemt de werkloosheid steeds sneller toe, aldus het CBS. Inmiddels ligt de gemiddelde toename op 14.000 per maand. De werkloosheid is in een jaar gestegen van 3,7 naar 5,3 procent van de beroepsbevolking.

Mede hierdoor hebben steeds minder mensen in Nederland een baan. Het aantal werkenden is sinds vorig jaar aan het dalen. In de maanden maart, april en mei hadden 7,07 miljoen personen een baan. Zomer vorig jaar was dat nog 7,21 miljoen.

Het CBS beschouwt iemand als werkloos als die een baan zoekt van minstens twaalf uur per week, daarvoor beschikbaar is en nu geen werk heeft. Het bureau houdt hiervoor regelmatig enquêtes.

De Centra voor Werk en Inkomen (CWI) meldden woensdag dat in mei vrijwel evenveel niet-werkende werkzoekenden stonden ingeschreven als een maand eerder, namelijk 590.000. Inschrijving bij een CWI is een van de voorwaarden om een WW-uitkering te kunnen krijgen. Nederland telt momenteel ongeveer een kwart miljoen mensen met een werkloosheidsuitkering.