Geluidsarm varen met elektrische aandrijving
Niet het verminderen van CO2-uitstoot maar rust en stilte geven voor de meesten de doorslag te kiezen voor een elektroboot. Maar dat het milieu profiteert van minder dieselsloepen op het water staat voor Marcel Schaap van Stifting Elektrysk Farre Fryslân (SEFF) buiten kijf.
Wie heeft wel eens een dag met een dieselsloep gevaren? „Hoe goed het motorblok geïsoleerd is, als je aanmeert en de motor gaat uit roept bijna iedereen: Wat een rust. En rust en stilte zijn voor de meeste mensen toch de hoofdreden om het water op te gaan”, denkt Marcel Schaap. „En je ruikt weer het water en het gras in plaats van dieseldampen.”
Een schoner milieu en meer stilte op de Friese wateren door meer elektrische boten in de vaart te krijgen zijn de hoofddoelstellingen van SEFF. Nu varen er zo’n 300, op een motorbootvloot van 30.000 in Friesland; in 2015 moeten dat er tien keer zo veel zijn.
Een reëel doel? „Ik denk het wel”, zegt Schaap. „En het kunnen er net zo goed nog veel meer worden. De provincie is heel actief op dit gebied door het stille varen te belonen. Wie zijn boot ombouwt, kan dat voor ongeveer een kwart laten subsidiëren. Er wordt ook hard gewerkt aan een goede infrastructuur voor elektrisch vervoer. En de overheid staat open voor onze plannen om routes te ontwikkelen voor elektrische boten in gebieden die nu niet kunnen of mogen worden bevaren.”
Ook de mate en snelheid van technische ontwikkelingen zijn volgens Schaap van invloed op de groei van de stille vloot. „Als elektrisch autorijden echt doorbreekt en blijft innoveren, heeft dat een enorme uitstraling op elektrisch varen. En vlak de olieprijs niet uit. Als die blijft stijgen wordt de overstap nog sneller aantrekkelijk.”
Elektrische boten zijn nu nog vooral populair bij de verhuurbedrijven. „Ze zijn makkelijk in onderhoud en simpel te bedienen. Onderhoudskosten zijn laag en ook niet zo ervaren vaarders kunnen er zo mee weg.”
Een elektrische boot met binnenboordmotor is in aanschaf niet duurder dan een met een verbrandingsmotor. Dat niet en masse wordt overgestapt op elektrisch varen schrijft Schaap toe aan onbekendheid en vooroordelen. „Gaat die niet te traag?” en „Kom ik niet snel zonder stroom te zitten?” zijn de meest gestelde vragen. „Een gewone waterverplaatsende boot gaat elektrisch net zo snel als op gewone brandstof. Zelfs een elektrische speedboot is mogelijk, al vreet de hoge snelheid zo veel energie dat je niet ver komt.”
De actieradius is wel een stuk minder dan bij een niet-elektrische. „Wie het gewend is om een half vaarseizoen met een tank diesel te doen, moet omschakelen. Maar een hele dag rustig varen haalt bijna elke elektroboot. ’s Nachts de boot opladen en je kunt weer zeker een dag vooruit.”
Snellaadaccu’s zijn voor de meeste pleziervaarders nu nog te duur. „De tijd dat je onder een kopje koffie je accu’s oplaadt komt vast en zeker. De nieuwste generatie lithium-ionbatterijen is licht en kan snel laden, maar is veel duurder dan de traditionele loodaccu. Wordt de elektrische auto booming business, dan krijg je een massaproductie van de nieuwste accutechnieken. Voor boten worden ze dan ook betaalbaar.”
Wie zijn boot wil laten ombouwen moet voor een sloep rekenen op bedragen vanaf zo’n 7000 euro. Ongeveer net zo duur als een nieuwe dieselmotor. En met de huidige subsidie die tot augustus loopt een stuk goedkoper.
Schaap woont in Reeuwijk maar raakte betrokken bij SEFF door zijn scheepswerf De Stille Boot in Heeg, nabij Sneek. Zijn beslissing om een werf te starten voor elektroboten hing meer samen met visie dan met idealisme. „Toen ik begon in 2005 zag ik de potentie van elektrisch varen. Dat is de toekomst, daar is markt voor, was mijn overtuiging.” Maar de werf straalt met zonnepanelen op het dak en aardwarmtepompen aan alle kanten duurzaamheid uit.
De pioniersfase is volgens Schaap ruim voorbij. Nederland telt inmiddels zo’n zestig werven en leveranciers voor elektroboten. Maar ook veel gewone scheepswerven leveren ze.
Schaap heeft zich gedeeltelijk als partner van de Stille Boot teruggetrokken om drie dagen in de week voor SEFF te werken. „Er kwamen steeds meer projecten en advieswerk op ons bordje. Dat was niet meer door vrijwilligers alleen te behappen.”