Cultuur & boeken

Bluswater

De Koninklijke moestuin werd beheerd door een keur aan tuinmannen. Ze waren aangesteld om samen te zorgen voor een prachtige tuin die veel vrucht produceerde. Maar het was allemaal anders gelopen.

Leendert van Wezel
13 July 2011 22:00Gewijzigd op 14 November 2020 15:48

In de loop de van de jaren was de tuin verschot en versnipperd geraakt, en in plaats van samen te werken namen de tuinmannen elkaar flink de maat. Wat vooral goed onderhouden was in de tuin waren de schuttingen, de hekwerken en afrasteringen. Daarover gebogen gaven tuinmannen commentaar op de tuin van de buren, met een lange schoffel jong groen uithakkend of bloeiende bloemen tot onkruid bestempelend. Verhitte discussies werden gevoerd over of iets wel of geen onkruid was, en of de verzorging van de tuin wel van voldoende Koninklijke waardigheid was.

Er waren tuinmannen die per definitie alles wat jong, groen en fris was beschouwden als onkruid, en het uithakten voordat zelfs kon worden vastgesteld wat voor soort plantje zich ontwikkelde. Zij gaven de voorkeur aan het goed onderhoud plegen aan volwassen bomen, sommige verweerd van ouderdom. Andere tuinmannen hadden juist alle oude bomen gerooid en kweekten voornamelijk nieuwe soorten.

Voorbijgangers kregen het beeld van een perceel dat door hoge schuttingen en afrasteringen in talloze vakken was verdeeld, waar veel tuinmannen schreeuwend naar de buren over de schuttingen hingen, terwijl achter hun rug in de eigen tuin het onkruid hoog opschoot.

Hieraan moest ik denken toen ik weer een polemische woordenwisseling volgde in een kerkelijk blad over een of ander kerkelijk onderwerp. Want soms is dat toch het beeld dat we als kerk oproepen bij een buitenstaander: dat we over echt van alles met elkaar aan het strijden en ruziën zijn. Over liederen, muziek, kleding, formulieren, vertalingen, zelfs over de vraag of een boek nu wel of niet christelijk is?

Wat streven we eigenlijk na met deze woordenwisselingen? Natuurlijk zijn er zaken zijn die het waard zijn om voor te strijden, maar? nou ja, vult u zelf maar in. “Blust de Geest niet uit”, hoorde ik zondag. Wat zou er gebeuren als we eens wat meer aandacht zouden hebben voor de stand van zaken in de eigen moestuin, en anderen eens wat minder zouden besproeien met duivels bluswater? Ja, wat zou er gebeuren als we werkelijk ernaar streven om samen te putten uit die Bron daar, in het midden van de moestuin, vol helder water, en elkaar zouden helpen waterdragen? En kijk eens hoe blij je dan kunt worden van de vruchten uit de tuin van de buren!

Wat mijn eigen tuin betreft: daar heb ik nu even genoeg aan. Nu ik erop let staat die nog vol onkruid. Toch maar goed dat er nog een schutting om staat?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer