Kespir zou al enkele maanden geleden in Nederland zijn aangekomen. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Justitie heeft zij niet meteen asiel gevraagd. Ze zit inmiddels vast in het grenshospitium. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) onderzoekt onder meer of Kespir betrokken is bij oorlogsmisdrijven.

De Koerdische maakt deel uit van de uit negen personen bestaande presidentiële raad van de PKK, het hoogste uitvoerend orgaan van de in Turkije verboden partij. Van de raad maakt ook Osman Öçalan, de broer van de gevangen genomen PKK-leider, deel uit. In augustus namen Kespir en Osman Öçalan in Iraaks Koerdistan nog deel aan het zesde nationaal congres van de PKK.

De op marxistisch-leninistische leest geschoeide PKK kwam in 1984 in het oosten van Turkije in opstand. In de guerrillastrijd tegen het Turkse leger kwamen zeker 36.000 mensen om het leven. Ook kwam een massale migratie van Turken naar het westen van het land op gang.

De strijd luwde iets in 1999 door een oproep tot vrede door de gevangen genomen en ter dood veroordeelde PKK-leider Öçalan. Desondanks zijn ook vorig jaar nog bijna 150 PKK-strijders, Turkse militairen en burgers om het leven gekomen.

Turkije beschouwt de PKK als een terroristische organisatie. In Nederland is de PKK, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Duitsland, niet verboden. De partij staat op de lijst van terreurorganisaties die president Bush na de aanslagen in de Verenigde Staten in september openbaar heeft gemaakt.

In 1999 probeerde een ander vooraanstaand PKK-lid, Murat Karayilan, al asiel in Nederland te krijgen. De IND wees zijn verzoek af.

Karayilan, die ook deel uitmaakt van de presidentiële raad van de PKK, vertrok daarop. Ook zijn komst naar Nederland werd aanvankelijk stilgehouden. Nadat deze was uitgelekt, vroeg Turkije meteen om zijn uitlevering.