Opinie

Zwakke Hollanders droegen bij aan val van duistere dictatuur

Christenen in Nederland leven in ongekende vrijheid, ervaart Theodor Angelov telkens weer.

6 July 2011 12:28Gewijzigd op 14 November 2020 15:42
Theodor Angelov. Foto RD
Theodor Angelov. Foto RD

De eerste ervaringen die ik opdeed met christenen uit Nederland dateren uit de tijd van het communisme. Veel dappere christenen uit Holland en andere landen waren betrokken bij de smokkel van Bijbels naar Bulgarije en andere landen achter het IJzeren Gordijn. De contacten met mensen die we nooit hadden gezien, zijn onvergetelijk, hoewel we hen soms amper spraken. We hebben hen nooit fatsoenlijk kunnen bedanken.

Ik weet het nog goed hoe er bij ons thuis rond middernacht werd aangebeld. Ik opende de deur. Voor me stonden twee jonge mensen: een man en een vrouw. Ze glimlachten en zeiden: „We hebben iets voor u.” Ze zetten twee grote zwarte tassen voor mijneer. Ze groetten vriendelijk en verdwenen weer in het duister. Ik kende de jonge mensen niet. Iemand had ze mijn adres gegeven. Ik heb hen ook nooit meer ontmoet. Zo werkte het systeem.

De zwarte tassen heb ik snel naar binnen gehaald. Ze zaten vol met Bijbels in het Bulgaars. Het smokkelen was gevaarlijk. Niet alleen voor de Bulgaren die de Bijbels ontvingen, maar ook voor de smokkelaars. De politie deed haar uiterste best na te gaan hoe de Bijbels het land binnen kwamen. Een enkele keer slaagden zij erin een smokkelaar op te pakken. Straf volgde.

Ooit vroeg een oude man in onze kerk om een Bijbel. Ik gaf hem een exemplaar uit de grote zwarte tas. Ik verwachtte dat hij de Bijbel snel in zijn zak zou steken. In plaats daarvan gaf juichte hij van blijdschap; hij kuste het Woord. Deze Bijbels waren de triomf van christelijke solidariteit in de duisternis van dictatuur. Een overwinning van het geloof op de vijandschap tegen God. Het totalitaire regime was sterk; Bijbelsmokkelaars waren gewone, zwakke mensen. Nu, achteraf bezien, is duidelijk dat de zwakke partij de strijd heeft gewonnen.

Pech

Na de opening van de grenzen ontstonden er publiekelijke contacten tussen christelijke gemeenten in Bulgarije en vertegenwoordigers van verschillende kerken en christelijke organisaties in Nederland. Het was niet meer noodzakelijk om elkaar in het geheim te ontmoeten.

In de eerste jaren na de val van het communistische regime kwamen er vele transporten vanuit Nederland naar Bulgarije. Vrachtwagens waren volgeladen met voedselpakketten, kleding 
en andere goederen. Veel hulp kwam er van de stichting Kom over en help. Nog steeds werken we nauw samen met deze stichting.

Ik vergeet nooit meer hoe een vrachtwagen tonnen aan hulp­goederen naar een van onze kerken bracht. Nadat de vrachtwagen was uitgeladen, kwam er een technisch mankement aan de motor aan het licht. De truck kon niet verder rijden. Een nieuw onderdeel moest helemaal vanuit Holland naar Bulgarije komen.

In de tussentijd logeerden de chauffeurs bij de plaatselijke predikant. Dit was het begin van een hartelijke vriendschap tussen chauffeurs en voorganger. Een vriendschap die duurt tot op de dag van vandaag. Een kapot onderdeel was het begin van decennialange kameraadschap.

Onvergetelijk

Ik bezocht Nederland voor het eerst in september 1990. Voor die tijd was het niet mogelijk om een West-Europees land te bezoeken. Het was een onvergetelijke ervaring. Alles was nieuw voor me. Ik verwonderde me het meest over de mogelijkheid om in volledige vrijheid te leven. Ik belandde in een voor mij ongekende atmosfeer van vrijheid en vrede.

In de loop der jaren heb ik verschillende protestantse kerken bezocht. Ik ervoer het, zeker in het begin, steeds weer als een zegen dat er geen restricties golden op het bijwonen van kerkdiensten, het kopen van christelijke lectuur of het spreken met andere christenen. Er was volkomen vrijheid; iets wat ik daarvoor nooit had ervaren.

Het is bijzonder bemoedigend en hartverwarmend om tijdens de bezoeken aan Holland te ervaren hoe betrokken Nederlandse christenen zijn op de situatie in Oost-Europa. Een houding die ik ook zag bij de Bijbelsmokkelaars.

Nog steeds wordt er vanuit Nederland veel hulp gegeven aan Oost-Europa. De bijstand bestaat onder meer uit medicijnen en ziekenhuismaterialen. Speciale zorg is er voor ouderen en weeskinderen. De hulp bewijst dat er nog steeds sprake is van een sterke Nederlandse betrokkenheid op en liefde voor de behoeftigen in mijn land en in andere Oost-Europese landen.

Een dergelijke behulpzame houding zou ik ook graag zien bij de mensen in mijn land. Het ontwaren van behulpzaamheid en liefde bij christenen in Nederland, maakt dat ik me gezegend weet deel uit te maken van de christenheid wereldwijd.

De auteur is baptistenpredikant in de Bulgaarse hoofdstad Sofia.

Dit artikel is het eerste deel van een serie waarin christenen uit het buitenland reflecteren op hun ervaringen met Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer