Opinie

Commentaar: CGB brengt bijzonder onderwijs slag toe

Uitzonderingsbepalingen betekenen in de praktijk niet meer dan uitstel van executie. Dat is inmiddels gebleken met de regels voor trouwambtenaren. De wet biedt gewetenbezwaarden nog steeds de mogelijkheid om onder het voltrekken van een huwelijk tussen homo’s uit te kunnen. De praktijk is inmiddels echter dat het deze bezwaarden steeds moeilijker wordt gemaakt.

Hoofdredactioneel commentaar
4 July 2011 11:54Gewijzigd op 14 November 2020 15:40

Een vergelijkbare situatie lijkt zich te gaan voordoen bij de uitzondering die in de Algemene wet gelijke behandeling is gemaakt voor het bijzonder onderwijs. Dat mag bepaalde functie-eisen stellen aan het personeel, mits die nodig zijn om de grondslag van een school te verwezenlijken. Het mag echter niet zo zijn dat onderscheid wordt gemaakt op grond van het ”enkele feit” van burgerlijke staat, godsdienst, ras, geslacht of seksuele gerichtheid. Als er echter bijkomende omstandigheden zijn, kan de school een benoeming weigeren of tot ontslag overgaan.

De uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), vrijdag, heeft echter duidelijk gemaakt dat de commissie het begrip ”bijkomende omstandigheden” beperkter gaat hanteren dan schoolbesturen willen.

Een leerkracht die ongehuwd samenwoont, met haar vriend op reis gaat en bovendien niet (zoals het schoolbestuur vraagt) tot een kerkelijke gemeente behoort, kan niet worden geweigerd. Hier is naar het oordeel van de commissie geen sprake van een ”enkel feit” met bijkomende omstandigheden, maar van twee ”enkele feiten”: haar burgerlijke staat en haar afwijkende kerkelijke opvattingen.

Met deze vreemde en ingewikkelde juridische benadering treft de CGB het bijzonder onderwijs heel hard. De ruimte voor scholen om niet alleen op papier, maar ook in de praktijk invulling te geven aan de grondslag wordt hiermee ernstig beperkt.

Hoe kan een leerkracht kinderen op overtuigende wijze uitleggen dat de Bijbel regels stelt voor het huwelijk en voor het kerkelijk leven, als die docent zelf anders handelt? Dan lopen leer en leven uiteen.

Uit allerlei onderzoeken blijkt dat voor jongeren docenten identificatiefiguren zijn. Dat wordt op deze manier wel erg lastig. Zo wordt het docentschap gereduceerd tot een professie die je technisch moet uitvoeren. Elk spreken over betrokken leraarschap is dan een farce.

De uitspraak van de CGB is opvallend. Tot nu toe heeft de commissie zich altijd heel terughoudend opgesteld als het ging om de vrijheid van het bijzonder onderwijs. Die voorzichtigheid lijkt ze nu te laten varen. Dat is een welbewuste koerswijziging.

Met deze uitspraak perkt de CGB het identiteitsbeleid van scholen in. Dat is een veeg teken, hetgeen voor de toekomst weinig goeds voorspelt. Wanneer bijzondere scholen op het punt van de identiteit nog nauwelijks eisen kunnen stellen aan leerkrachten, ligt de bijl aan de wortel van die scholen.

Daarmee is opnieuw een bewijs geleverd dat wettelijke uitzonderingsbepalingen weinig waarde hebben. Ze bieden maar beperkte rechtszekerheid. Zodra de tijd er rijp voor is, worden ze afgeschaft. Leven bij de gunst van uitzondering is gevaarlijk.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer