Lering uit een schoenendoos
Titel:
”Kerkelijk leven in beeld. De Alblasserwaard I”
Auteur: J. P. Neven e.a.
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2003
ISBN 90 441 1720 7
Pagina’s: 125
Prijs: € 17,50. Een regenachtige middag. Er komt een schoenendoos met oude foto’s voor de dag. Opa en oma geven toelichting. Een van de kleinkinderen is zo kien om alles achter op de foto’s te schrijven. Aan zo’n gezellig tafereel denk je al gauw bij het doorbladeren van het boekje waarmee uitgeverij Den Hertog een serie ”Kerkelijk leven in beeld” start.
De uitgever beoogt met deze nieuwe serie boeken geen compleet kerkhistorisch overzicht te geven. Hem stond voor ogen een grote verzameling foto’s van goed gedocumenteerde tekst te voorzien. Men heeft zich gericht op de periode van ongeveer 1875-1950.
Dit eerste deel gaat over vijftien gemeenten in de Alblasserwaard. Aan deze regio zal ook een tweede deel worden gewijd. Directeur A. Bel van uitgeverij Den Hertog vertelt desgevraagd dat de omvang van de serie nog niet vastligt. Wel staat er al een deel Krimpenerwaard op stapel.
In deel I komen aan de orde: Alblasserdam, Ameide en Tienhoven, Bleskensgraaf, Boven-Hardinxveld, Brandwijk, Giessendam Neder-Hardinxveld, Giessen-Nieuwkerk, Giessen-Oudekerk, Gorinchem, Goudriaan, Groot-Ammers, Hoogblokland, Hoornaar, Kinderdijk en Langerak.
Om de foto’s (in dit deeltje bijna 200) gaat het in deze serie vooral. Tal van foto’s kwamen nooit eerder buiten een kleine (familie)kring of de kerkenraadskamer.
Blinde predikant
Van nogal wat predikanten die later in allerlei verbanden bekendheid kregen, is een voor velen onbekende foto geplaatst uit het begin van hun ambtelijke loopbaan, zoals van de hervormde predikanten L. Blok, J. van Sliedregt en J. Wieman, en van de gereformeerd vrijgemaakte dr. K. Schilder, inmiddels allen overleden. Ook van ds. G. Alers als jong en kwiek predikant van zijn eerste gemeente, Goudriaan. Hopelijk komt in deel II van de Alblasserwaard aan de orde hoe kwiek deze predikant (1886-1963) nog voorging op oudere leeftijd, toen hij blind geworden was. Een grondige bijbelkennis kan op meer dan één manier tot zegen zijn…
Het is de vraag welke foto op pagina 54 de meeste aandacht zal trekken. Misschien die van ds. G. H. van Kooten en zijn vrouw in de gemeente Brandwijk, samen met de kleuters Alie en Reinier, die inmiddels elk op een eigen terrein bekendheid kregen. Of zal de blik naar boven gaan, naar de foto van de betrekkelijk jong overleden predikant C. Streefkerk en zijn gezin? Een jochie en drie meisjes kijken aanstekelijk vrolijk de wereld in. En dan die enorme strikken!
Hulpprediker
Kerkgeschiedenis van de Alblasserwaard is -enkele duidelijke uitzonderingen daargelaten- vooral hervormde kerkgeschiedenis, zeker in de periode die deze serie bestrijkt. Het is dan ook niet onlogisch dat aan de geschiedenis van plaatselijke hervormde gemeenten ongeveer drie keer zoveel bladzijden gewijd zijn als aan andere kerken. Bij de niet-hervormde kerken is er terecht ook aandacht voor ouderlingen -er moest een keuze gemaakt worden- die tijdens langdurige vacante periodes veel ambtelijk werk verrichtten.
Het is eveneens terecht dat er gedacht is aan de vele werkzaamheden van een aantal hervormde hulppredikers. Soms jarenlang was hun de zorg voor een gemeente toebetrouwd.
Een hulpprediker met een bewogen loopbaan was J. Kars te Brandwijk, die later, als predikant, om zijn verzetswerk werd gefusilleerd. Terlouw en Van der Kraats (Kinderdijk) hadden niet onvermeld mogen blijven. Maar dat kandidaat B. Haverkamp in Langerak werd beroepen terwijl hij hulpprediker was in Nieuw-Lekkerland, moet een vergissing zijn.
De opa’s en oma’s die rond de schoenendoos van de auteur zaten, waren in de ene plaats spraakzamer dan in de andere. Soms worden de korte, zakelijke mededelingen over een predikant of een gemeente onderbroken voor de vermelding van een opvallend feit, zoals de kerkbrand in Ameide (1953), het bombardement op Bleskensgraaf (1940), de voortvarendheid waarmee ds. W. H. A. Nelck bij zijn komst in Giessen-Oudekerk in 1923 catechisatieboekjes van Donner en Hellenbroek liet aanrukken, of het optreden van ds. C. Bouthoorn, die van 1892-1897 in Groot-Ammers stond en wiens verzet tegen de kermis en ander werelds vermaak een opmerkelijke uitwerking had.
Een complete plaatselijke kerkgeschiedenis kan een boekje van deze opzet en omvang inderdaad niet zijn. Geïnteresseerden kunnen daarvoor elders terecht. Diverse verspreide opstellen werpen meer licht op de kerkgeschiedenis in de Alblasserwaard. Ook de boeken over bijvoorbeeld Fijgje Bons en anderen en over de predikanten Joh. van der Poel, B. Toes en W. L. Tukker dragen daar het hunne toe bij.
Veranderde ligging
Volledigheidshalve dient bedacht te worden dat er alweer een halve eeuw verlopen is sinds 1950. Ex- en vooral interieurs van de afgebeelde kerken veranderden soms ingrijpend. Ingrijpender is dat bepaalde gemeenten ook van ligging veranderd zijn. Als dat inhield dat er een breder bijbelse prediking kwam, zag je ’thuislezers’ (ook die van de foto’s op blz. 52? Over hen wordt niet uitgeweid) weer in de kerk verschijnen. Anderzijds betekende die ontwikkeling soms het ontstaan van wijkgemeenten van een andere signatuur. Verder groeiden enkele niet-hervormde kerken in de Alblasserwaard juist sterk in de naoorlogse periode, mede door instroom uit de Randstad.
Na zo veel feiten en jaartallen leun ik even achterover. In gedachten zie ik verscheidene geportretteerden weer door de Alblasserwaard gaan, door weer en wind, meestal op de fiets of op een Mobylette. Dat de Heere God hen en de ambtsdragers na hen in Zijn koninkrijk heeft willen gebruiken, betekent tot op de dag van vandaag een hemels uitroepteken achter de woorden van de profeet in Jeremia 17:16: „Ook heb ik de dodelijke dag niet begeerd.”
Historische kring
De serie moet wel naar de volwassenheid toegroeien. Dit deel I is nogal slordig gecorrigeerd en niet alle foute afbrekingen zijn hersteld. Dat zijn we van Den Hertog niet gewend. De uitgever zou er vooral goed aan doen (hij heeft me inmiddels gezegd dat dit ook de bedoeling is) een kerkenraad of historische kring in de te bespreken plaatsen het betrokken hoofdstuk te laten nalezen. Dat moet hij ook maar doen als er van deel I een herdruk komt. De heren Post, Schut en Voorsluis van pagina 115/116 bijvoorbeeld, heetten in werkelijkheid Pot, Schutter en Versluis.
Overigens heeft onze familie al heerlijke uurtjes, vooral van kijkgenot, beleefd aan het recensie-exemplaar.