Ambassades richten zich vooral op noodhulp
DEN HAAG (ANP) – Nederlandse ambassades en consulaten gaan zich meer richten op hulp aan Nederlanders die in het buitenland in extreme omstandigheden zijn terechtgekomen.
Daarbij kan het gaan om evacuaties na (natuur)geweld of hulp aan mensen die in de gevangenis zijn beland.
Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken stelde donderdag in een brief aan de Tweede Kamer dat deze inzet ertoe leidt dat het normale werk van ambassades, waarbij geen sprake is van extreme nood, wordt versoberd. Ook gaan de kosten voor het verstrekken van reisdocumenten op diplomatieke posten flink omhoog, zodat dit kostendekkend wordt.
Rosenthal vindt de wijzigingen nodig omdat de crises van het afgelopen jaar hebben laten zien hoe kwetsbaar Nederlanders in het buitenland kunnen zijn onder extreme omstandigheden. Om in die gevallen beter te kunnen helpen, worden de speciale consulaire teams van Buitenlandse Zaken uitgebreid met tientallen medewerkers.
Het personeel van posten in het buitenland zal verder vaker crisisoefeningen moeten gaan doen. Ook wordt er geïnvesteerd in communicatiemiddelen, zodat de ambassademedewerkers niet afhankelijk zijn van lokale netwerken.
In de brief benadrukt Rosenthal dat Nederlanders zelf verantwoordelijk zijn als ze op pad gaan. Reizigers moeten zich goed voorbereiden en zichzelf verzekeren. Volgens de minister zijn de meeste reizigers die in de problemen komen, zelf in staat een oplossing te vinden. Slechts in een paar procent van de gevallen is hulp van de overheid nodig.
Mochten Nederlanders onverhoopt toch in noodsituaties terechtkomen, dan is het volgens de minister van belang dat het advies van de overheid wordt opgevolgd. „Als iemand niet ingaat op het dringend advies van de overheid om een bepaald land te verlaten, en er bewust voor kiest om in een zeer onveilige situatie te verblijven, dan kan er niet langer bijstand van de overheid worden verlangd”, zo schrijft hij.