Ze worden verdacht dat ze opzettelijk grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen hebben opgeslagen, bewerkt en verwerkt op plaatsen waar dit niet was toegestaan volgens de aan het bedrijf verstrekte milieuvergunning. Bovendien waren volgens het OM de veiligheidsmaatregelen onvoldoende. Zo werden vermoedelijk kosten bespaard. Hierdoor kon een gevaarlijke situatie op het terrein ontstaan en de brand de grootte krijgen van de vuurzee op 5 januari.

Bij Chemie-Pack werden gevaarlijke stoffen opgeslagen en verwerkt. De extra risico’s van die activiteiten waren niet in kaart gebracht en vastgelegd in het veiligheidsbeleid en veiligheidsbeheerssysteem, staat in een verklaring van het OM.

Bij Chemie-Pack worden gevaarlijke stoffen opgeslagen en bewerkt en verwerkt. Op plaatsen waar die activiteiten worden uitgevoerd, moeten veiligheidsmaatregelen genomen worden, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van brandblusvoorzieningen, een vloeistofdichte vloer en opvangvoorzieningen voor lekkages. Uit het onderzoek is gebleken dat de veiligheidsmaatregelen daar bij Chemie-Pack vermoedelijk niet voldoende zijn geweest, constateert het OM.

Het onderzoek naar de grote brand van Chemie-Pack wordt uitgevoerd door de politie Midden en West Brabant. Dat gebeurt in samenwerking met de Arbeidsinspectie, VROM-IOD en het Landelijk Team Forensische Opsporing van het KLPD. Het functioneel parket van het OM leidt het onderzoek. Naar de brand en de bestrijding ervan lopen nog verscheidene onderzoeken, waaronder die door de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Chemie-Pack zette na de enorme brand in Moerdijk begin januari de bedrijfsactiviteiten in afgeslankte vorm voort op de veel kleinere locatie in Oud Gastel.

Hieronder een selectie uit de gebeurtenissen sinds de brand op 5 januari uitbrak.

11 januari: Het OM in Breda stelt Chemie-Pack in staat van beschuldiging omdat het bedrijf zou hebben gehandeld in strijd met de vergunning.

14 januari: Burgemeester Wim Denie van Moerdijk legt zijn ambt per 1 februari neer in plaats van in de zomer van 2011.

18 januari: Jan Mans wordt waarnemend burgemeester in Moerdijk.

20 januari: De sanering van het terrein van Chemie-Pack begint.

24 januari: De politie doet huiszoeking in vijf woningen van medewerkers van Chemie-Pack en een bedrijfspand.

25 januari: Het gebied rond industrieterrein Moerdijk is niet of nauwelijks verontreinigd door de brand. Het gaat om het ‘rookgebied’, tot 10 kilometer benedenwinds.

8 februari: Er komt 1,1 miljoen euro aan compensatie voor boeren die wegens de brand hun spruitjes een tijdlang niet op de markt hebben gebracht.

9 februari: De totale schade van de brand bij Chemie-Pack wordt geschat op ongeveer 41,5 miljoen euro. Er is twijfel of Chemie-Pack voldoende verzekerd is.

22 februari: De gemeente Moerdijk, de provincie Noord-Brabant en het havenschap Moerdijk willen beslag leggen op geld dat Chemie-Pack van de verzekering moet ontvangen. Het waterschap Brabantse Delta heeft dat al gedaan, omdat het opruimen van het bluswater 14 miljoen euro heeft gekost.

4 maart: Er lopen 15 onderzoeken naar de brand en de gevolgen ervan, door onder meer het OM, de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de inspecties van Volksgezondheid en van Milieu.

19 april: Chemie-Pack vreest faillissement door het beslag op het verzekeringsgeld. Er lopen diverse procedures bij de rechtbank in Breda.

27 april: Het waterschap mag de beslagen op het verzekeringsgeld handhaven, beslist de kortgedingrechter.

8 juni: Het gerechtshof in Den Bosch bepaalt dat Brabantse Delta toch een deel van de beslagen moet opheffen. Het hof stelt het voortbestaan van het bedrijf boven de vordering van het waterschap.

28 juni: De directeur van Chemie-Pack, de productieleider, productiechef en een coördinator zijn opgepakt. Ze zouden gevaarlijke stoffen hebben opgeslagen, bewerkt en verwerkt waar dit niet mocht volgens de milieuvergunning. Ook zouden de veiligheidsmaatregelen onvoldoende zijn.