Opinie

Hervormingen door Marokkaanse koning maken nog geen democratie

De Arabische lente lijkt aan Marokko voorbij te gaan. Koning Mohammed IV kondigde op tijd hervormingen aan. Maar het land is nog lang geen democratie, stelt Gijsbert van Iterson Scholten.

27 June 2011 19:57Gewijzigd op 14 November 2020 15:35
Demonstranten in Casablanca op 12 juni eisen politieke hervormingen. Foto EPA
Demonstranten in Casablanca op 12 juni eisen politieke hervormingen. Foto EPA

Te midden van het geweld in Libië en Syrië en afgezet tegen de revoluties in Tunesië en Egypte wordt Marokko geroemd om de rust waarmee koning Mohammed VI van bovenaf het land democratiseert. Een nieuw ontwerp voor een grondwet wordt deze week in een referendum aan het volk voorgelegd. Die grondwet brengt Marokko een stapje dichter bij een democratie. Maar het is een klein stapje en waarschijnlijk voorlopig weer het laatste. De vrede in Marokko is bewaard, maar de democratie is net zo ver weg als voor de Arabische lente.

De Marokkaanse koning speelt het spel slim. In maart kondigde hij tot verrassing van velen, en zonder ook maar één keer te verwijzen naar de protesten in Marokko of in andere landen, grootschalige grondwetshervormingen aan. Marokko zou een constitutionele monarchie worden en de koning zou een groot deel van zijn bevoegdheden overdragen aan een gekozen premier. Die boodschap ging er bij de meeste Marokkanen in als koek. Waar in hun buurlanden democratisering gepaard ging met geweld, was hun koning een lichtend voorbeeld, die uit zichzelf afstand deed van zijn macht.

Ook internationaal werd er hoopvol gereageerd. Een gestage en geweldloze democratische transitie zou beter zijn dan gewelddadige repressie, maar ook dan een on­zekere revolutie. Alleen de jongeren van de 20 februari­beweging –de naam verwijst naar de dag waarop er voor het eerst gedemonstreerd werd voor her­vormingen– waren niet overtuigd. Eerst zien, dan geloven, was hun motto. Alleen door druk op de ketel te houden, zouden de hervormingen er ook daadwerkelijk komen. Dus bleven ze demonstreren, niet alleen in Rabat, maar in alle belangrijke steden, iedere week weer.

En de hervormingen kwamen. Op 17 juni maakte de koning zijn ontwerp voor een nieuwe grondwet bekend. Deze is ongetwijfeld beter dan de huidige constitutie. De premier (die de titel ”president van de regering” meekrijgt) wordt voortaan gekozen, niet meer benoemd, en krijgt de bevoegdheid zijn eigen regering samen te stellen. De koning is niet langer heilig, maar alleen nog onschendbaar. Niet de koning, maar de premier mag het parlement straks ontbinden en hoge ambtenaren benoemen. Bovendien wordt de rechterlijke macht onafhankelijker gemaakt en krijgt het parlement meer bevoegdheden.

Tegelijkertijd houdt de koning een groot deel van zijn macht. Nog steeds heeft hij de bevoegdheid ministers naar huis te sturen. Nog steeds is hij de ”aanvoerder van de gelovigen” en de hoogste militaire bevelhebber. Nog steeds benoemt hij diplomaten, ambassadeurs en niet nader genoemde ”strategische topambtenaren”. En belangrijker nog: geen enkele premier zal, ook al is hij democratisch gekozen, durven in te gaan tegen de wijsheid van de koning.

Dat zien we nu al. De sociaal-democratische USFP juicht dat 97 procent van zijn hervormings­voorstellen overgenomen is. De isla­mitische PJD, de afgelopen jaren de belangrijkste oppositiepartij, stelt dat dit een belangrijke stap vooruit is. Voor de jongeren van 20 februari gaan de hervormingen echter lang niet ver genoeg.

Teleurgesteld gingen zij zondag de straat op om een echte parlementaire democratie te eisen. Maar de kaarten zijn geschud en het spel is over. In Rabat werden ze aangevallen door konings­gezinden, die hen met eieren en stenen bekogelden. Ook in andere plaatsen roerden de contra­demonstranten zich.

Het spel is over. Mohammed heeft het volk gegeven waar het om vroeg. Maar hij blijft de koning en de koning laat zich niet dicteren door de straat. Vrijdag wordt naar verwachting de nieuwe grondwet in een referendum met overweldigende meerderheid aangenomen. En daarna is het weer over. Wie dan nog commentaar heeft op de koning of vraagt om een democratischer Marokko wordt, net als de afgelopen jaren, monddood gemaakt. Niet door brute repressie zoals in Syrië of Libië, maar in schijnprocessen wegens smaad, door economische sancties of door politieke uitsluiting. Met goedkeuring van de meerderheid van de Marokkanen, die geen enkele politicus vertrouwen maar hun koning op handen dragen. Hoe kun je democratie invoeren in een land waar de meerderheid van de bevolking zelf niet gelooft dat ze er klaar voor is?

De auteur is programmaleider Marokko bij IKV Pax Christi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer