Islamitische democratie is de westerse niet
Islamitische partijen in Arabische landen gebruiken democratische termen die westerlingen vertrouwd in de oren klinken. Maar de invulling die ze eraan geven is heel anders, betoogt Martin Janssen.
De Arabische wereld lijkt zich momenteel in een fase te bevinden waarin de kaarten opnieuw worden geschud. De meeste landen in het Midden-Oosten verkregen vlak voor of vlak na de Tweede Wereldoorlog hun onafhankelijkheid. Aan de vooravond daarvan leefden er in de islamitische wereld twee fundamentele denkrichtingen, als het gaat om de vraag hoe men de achterstand kon verklaren die de islamitische wereld had opgelopen ten opzichte van het koloniale Europa.
De islamitische stroming zocht de oorzaken van de malaise in de Arabische wereld in de ontrouw van de moslims aan de fundamentele uitgangspunten van de islam, zoals voorgeleefd door de vrome voorouders. De oplossing voor het probleem bestond dus in een terugkeer naar de islam, zoals verwoord in de islamitische wet (sharia), die er de kern van vormt.
De tweede stroming zag in de islam niet de remedie, maar juist de kwaal die verantwoordelijk was voor de achterstand. Men zocht de oplossing dus in de scheiding van godsdienst en staat, waarop de Europese rechtsstaten waren gebouwd. Het is deze tweede stroming die na de onafhankelijkheid in vrijwel alle Arabische landen de macht in handen kreeg en die voortvarend begon moderne seculiere staten te ontwikkelen.
Het drama in het Midden-Oosten bestaat hierin dat deze seculiere regimes zich vervolgens niet ontwikkelden tot democratische rechtsstaten, maar tot totalitaire systemen die het officiële secularisme van de staat met vaak ondemocratische middelen begonnen af te dwingen.
Rechtsstaat
Anno 2011 blijken deze regimes in de ogen van een groot gedeelte van hun bevolking moreel bankroet. De tijd lijkt nu aangebroken voor de islamitische stroming, die in de decennia na de onafhankelijkheid werd gepasseerd en soms regelrecht vervolgd. Waarbij de vraag rijst of deze islamitische partijen inderdaad het democratisch alternatief zijn voor ondemocratische regimes.
Om deze vraag te beantwoorden, is enige bezinning op de wezenlijke kern van democratie noodzakelijk. Islamitische partijen beweren dat ze wel democratie, maar geen secularisme nastreven. Binnen het Europese denken vormen deze beide begrippen twee zijden van dezelfde medaille, waarbij secularisme wordt gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor een democratische rechtsstaat. Maar waarom zou een staat die zich in belangrijke mate baseert op zijn religieuze tradities per definitie geen democratische rechtsstaat kunnen zijn?
Het werkelijke fundament van een democratische rechtstaat is niet secularisme, maar de ondubbelzinnige erkenning door de staat van de fundamentele gelijkheid van al zijn burgers voor de wet, ongeacht religieuze of etnische achtergrond. Wat zich vertaalt in gelijke rechten voor alle onderdanen zonder onderscheid. Dit principe zou in de islamitische wereld het nijpende probleem van minderheden oplossen.
Een tweede belangrijke pijler van een democratische rechtstaat is de bescherming van de burger tegen de willekeur van de staat, wat zich vertaalt in de erkenning van de onschendbaarheid van de menselijke persoon naar lichaam en geest. De vraag of islamitische partijen of groeperingen zoals de moslimbroeders werkelijk het principe van democratische rechtstaten zijn toegedaan, kan dus beantwoord worden door deze beide criteria in onze beschouwing te betrekken.
Rechtsongelijkheid
De islamitische wet vormt het hart en de kern van de islam. Een islamitische partij die stelt dat ze uiteindelijk niet de gehele of gedeeltelijke invoering van de sharia nastreeft, heft hiermee in principe zichzelf op. De sharia is echter niet alleen de kern van de islam, maar ook de kern van het probleem, omdat de sharia is gebaseerd op allerlei vormen van rechtsongelijkheid.
Zo stelt de sharia bijvoorbeeld dat in een rechtszaak het getuigenis van een moslim twee keer de waarde heeft van het getuigenis van een niet-moslim, net zoals het getuigenis van een vrouw slechts de helft van de waarde heeft van dat van een man. Bijkomend probleem is hierbij de toepassing van bepaalde straffen, zoals het geselen of stenigen bij bewezen overspel, die de onschendbaarheid van de menselijke persoon aantasten. De invoering van de sharia, wat uiteindelijk alle islamitische partijen zullen nastreven, slaat dus de fundamenten weg van een rechtsstaat naar westerse definitie.
Hier botst echter het westerse rechtsdenken met zijn islamitische equivalent. Islamitische juristen stellen dat een islamitische staat die de sharia toepast, ook een rechtstaat is, want hij is gebaseerd op een rechtssysteem, namelijk de sharia. Binnen het westerse denken is recht duidelijk verbonden met de notie van rechtvaardigheid. Een rechtssysteem dat gebaseerd is op allerlei vormen van rechtsongelijkheid is dus geen rechtssysteem, omdat het onrechtvaardig is. Islamitische partijen zullen hierop echter antwoorden dat de sharia wel degelijk rechtvaardig is, omdat haar bepalingen van goddelijke oorsprong zijn. God is rechtvaardig en daarom zijn zijn wetten en bepalingen die hun neerslag kregen in de sharia per definitie rechtvaardig. Als mensen deze bepalingen als onrechtvaardig ervaren, komt dit omdat het menselijk begripsvermogen beperkt is.
Fundamenteel verschillend
Er woeden hevige discussies over de vraag of islamitische partijen wel of niet oprecht de principes van een democratische rechtstaat zijn toegedaan. Deze partijen hebben zich de democratische terminologie eigen gemaakt en spreken over vrijheid, democratie en rechtsstaat. Op basis van hun beginselprogramma, dat kan worden samengevat met het woord ”sharia”, valt echter te betwijfelen of ze deze begrippen ook op dezelfde wijze definiëren als wij in Europa gewend zijn. Ze stellen het Westen gerust met de bewering dat ze de huidige ondemocratische regimes in het Midden-Oosten willen vervangen door democratieën die de regels van het democratisch spel zullen respecteren. Het zullen echter democratieën worden die fundamenteel verschillen van onze liberale rechtsstaten met al hun vrijheden.
De auteur is arabist en correspondent voor deze krant in Damascus.