Bordeauxwijn: exorbitant duur en spotgoedkoop
LYON – Een fles Haut-Brion voor bijna 800 euro, een Margaux met een prijskaartje met zelfs vier cijfers voor de komma. Niet eerder werden er voor de allerbeste Bordeauxwijnen zulke exorbitant hoge prijzen betaald. En dat terwijl in het schap van de supermarkt ook flessen Bordeaux liggen voor soms minder dan twee euro.
Eind juni is altijd een interessante periode voor wijnkopers. Traditiegetrouw worden dan de prijzen bepaald van de allerduurste Bordeauxwijnen. De verwachte prijzen zijn dit jaar om steil van achterover te vallen. Er wordt rekening mee gehouden dat sommige wijnen in drie jaar tijd vijf keer zo duur zijn geworden.
Het aantal Chinese wijnliefhebbers die wat hebben te besteden nam de afgelopen jaren flink toe. En de nieuwbakken miljonairs weten precies wat ze willen hebben. „Des noms monsieur?” Pétrus, Mouton-Rothschild, Latour, het gaat om de namen. Alleen het allerbeste wordt verscheept richting China.
Alain Fychel van de Union des Maisons de Bordeaux, de vereniging van wijnhandelaren, legt uit: „Die prijsopdrijving als gevolg van de amper te lessen Chinese dorst naar topwijnen is een feit. Maar het gaat alleen om een heel klein deel van het totale segment. Als we het hebben over die hele dure flessen dan praat je over drie procent van de Bordeauxwijnen, de rest is helemaal niet duur. Sterker zelfs, er zijn wijnen die voor een veel te lage prijs verkocht worden. En dat wordt toch voor een consument ongeloofwaardig, een Bordeaux voor minder dan twee euro? Dat bestaat niet. Maar toch is het zo.”
Dat de Bordeauxwijn een flink imagoprobleem heeft weten Nederlandse importeurs ook. „Toen ik vijfentwintig jaar geleden in het wijnvak stapte was Bordeaux een wezenlijk onderdeel”, vertelt Peter van Houtert van Verbunt wijnkopers. „Maar nu hoor ik dat toprestaurants amper nog Bordeaux verkopen. In de gemiddelde wijnspeciaalzaak krijgt Bordeaux steeds minder ruimte. De smaak van de Nederlander is veranderd en die zoekt het daar niet meer.”
Volgens Van Houtert speelt de prijs zeker een rol. „Lachwekkend”, zo omschrijft hij de prijsontwikkeling van 2010. „Maar het zit ‘m er ook in dat de streek enorme hoeveelheden wijn produceert die wat kwaliteit betreft niet in de buurt komen van de wijnen in het topsegment.”
Fychel beaamt dat. „Iedere cru heeft zijn eigen identiteit. Als je de pyramide afdaalt naar beneden, kom je vaker je wijnen tegen die vervangbaar zijn door andere Franse wijnen of wijnen die elders in de wereld zijn geproduceerd. De wijnboer die beneden staat kan alleen weinig doen om zich te onderscheiden van de massa. Dat imago zul je moeten ontwikkelen. Dat gaat jaren duren, maar we gaan het doen.”
De Fransman denkt dat dat het een kwestie van verleiden is. „Want kwalitatief aanbod is er genoeg. Het is aan ons de taak om de consument uit te leggen dat er wijnen zijn tussen de tien en twintig euro waar de prijs-kwaliteitverhouding de beste van de wereld is.”
„Inderdaad”, zegt Van Houtert. „Gisteren had ik op een proeverij een prachtige Fronsac uit 2005. Dan moet je de mensen eerst uitleggen dat het ook een Bordeaux is. Daar kun je nog leuke betaalbare wijnen vinden.”
De wijnboeren die Bordeaux produceren voor twee euro de fles hebben het heel moeilijk. Ze kunnen amper het hoofd boven water houden. Velen gingen de afgelopen jaren al op de fles.
Van Houtert zegt dat wat dat betreft de streek meer de hand in eigen boezem zou moeten steken. Van Houtert: „Ik denk dat Bordeaux een kwart van het oppervlak zou moeten opgeven. Wat mij betreft gaan ze terug naar de omvang van 1992.”
Een ontwikkeling die overigens al is ingezet door het faillissement van veel goedkope Bordeauxproducenten. De afgelopen vijf jaar werd ongeveer tienduizend hectare wijngaarden omgeploegd.