IEA compenseert wegvallen Libische olie
PARIJS (ANP) – Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) gaat de komende maand dagelijks 2 miljoen vaten olie op de markt brengen om het wegvallen van de olieproductie in Libië te compenseren. Dat heeft de organisatie donderdag bekendgemaakt.
Het IEA schat dat door de burgeroorlog in Libië 132 miljoen vaten olie minder op de markt zijn gekomen dan normaal. Die krapte op de oliemarkt dreigt het fragiele herstel van de economie te ondermijnen, aldus de organisatie.
Van de in totaal 60 miljoen vaten die het IEA op de markt brengt, neemt Nederland er bijna 1,2 miljoen voor zijn rekening. Dat bleek donderdag uit een brief van minster Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) aan de Tweede Kamer.
De vaten worden door de beheerder van de Nederlandse strategische voorraad, de Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten, verkocht tegen marktprijzen. De huidige voorraad bedraagt volgens de bewindsman 35 miljoen vaten.
Ook Verhagen maakt zich zorgen over het effect van het rumoer op de oliemarkt op de ontwikkeling van de economie. „De laatste maanden schommelt de prijs van een vat Brent tussen 110 en 125 dollar per vat. Mocht de prijs de rest van dit jaar boven de 100 dollar blijven, dan betekent het dat de wereldeconommie net zo negatief beïnvloed zal worden als in 2008.” In de zomer van dat jaar piekte de olieprijs op 147 dollar.
Donderdagmiddag kostte een vat Brentolie 107,80 dollar, 5,6 procent minder dan in de ochtend. Een vat ruwe Amerikaanse olie werd voor 91 dollar verhandeld (min 4,6 procent).
Het bijspringen van de 28 IEA-leden lijkt een druppel op een gloeiende plaat. Wereldwijd worden er dagelijks in totaal circa 85 miljoen vaten olie verbruikt. Het IEA beschikt over een voorraad van 4,1 miljard vaten, waarvan 1,6 miljard worden aangehouden voor noodgevallen.