Steun Kamer voor langere missie in Libië
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer heeft donderdag definitief haar steun uitgesproken voor het verlengen van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Libië met drie maanden. Ook wil de Kamer dat de Libische leider Muammar Kaddafi voor het Internationaal Strafhof in Den Haag wordt berecht.
Een motie daarover van D66 kreeg steun van alle partijen. Het parlement wil dat het kabinet niet meewerkt met initiatieven om Kaddafi eventueel een aftocht te gunnen waarbij hij zich niet voor een rechter hoeft te verantwoorden. „Nederland moet alles op alles zetten om het recht te laten zegevieren. Geen makkelijke vluchtroutes voor Libische verdachten van oorlogsmisdaden”, aldus D66-leider Alexander Pechtold.
Sinds begin april hielp Nederland al met het controleren van het wapenembargo en het vliegverbod in Libië met zes F-16’s en een mijnenjager. Daarnaast levert Nederland militairen voor de staf en verkenningstaken met Awacs-radarvliegtuigen. Steun is er van de regeringspartijen VVD en CDA en van de oppositiepartijen PvdA, D66, GroenLinks en ChristenUnie. Wat VVD en D66 had Nederland wel meer inzet mogen aanbieden. Gedoogpartij PVV en de SP zijn tegen de missie.
De ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) hebben toegezegd dat Nederland de missie over drie maanden mogelijk opnieuw zal verlengen en daarbij niet uitgesloten dat Nederland dan wel meedoet met bombardementen. De Kamer schaarde zich ook achter een motie van D66 die het kabinet oproept voor een langere betrokkenheid te pleiten in de EU en bij de VN om tot een duurzame oplossing te komen.
GroenLinks stemde eind maart niet in met de nu lopende missie in Libië. GroenLinks-Kamerlid Mariko Peters stelt dat er nu meer duidelijkheid is over het doel, de strategie en de middelen van de missie. „Dat is van belang voor een klein land dat weinig over de leidende landen heeft te zeggen”, aldus Peters. „Belangrijk is dat er nu meer aan een politieke oplossing en een plan voor na het conflict wordt gewerkt. En dat burgerslachtoffers en schade worden gecompenseerd als de rookpluimen zijn opgetrokken.”