Bin Laden kan tevreden zijn over discussie rituele slacht
De discussie over de rituele slacht laat zien dat religie in het verdachtenbankje is gekomen, schrijft Bert de Bruin. De polariserende tactiek van Osama bin Laden werpt haar vruchten af.
De discussie rond een mogelijk verbod op de onverdoofde rituele slacht is vorige week weer opgelaaid. Wat mij vooral opvalt in dat debat is dat de dierenliefde die veel voorstanders van zo’n verbod zeggen te koesteren maar al te vaak onversneden mensenhaat verbloemt. Daarbij gaat het vooral om haat tegen alles wat anders is, helemaal als dat ”andere” een religieuze basis heeft. Tolerantie in Nederland, toch al van oudsher in veel gevallen meer opportunistisch dan oprecht van aard, lijkt steeds meer een wassen neus te zijn. ”Religieus” lijkt langzaamaan een synoniem van ”verdacht”.
Dit verschijnsel is vooral de laatste tien jaar sterk naar voren gekomen, heb ik de indruk. Het is geen exclusief Hollands fenomeen, al is het in het sterk geseculariseerde Nederland –dat zich altijd als een baken van verdraagzaamheid aan de wereld presenteert– zichtbaarder en voelbaarder dan elders. Na de aanslagen van 11 september 2001 lijkt de gemiddelde, seculiere Nederlander een vieze smaak in zijn mond te krijgen wanneer hij gelovige medeburgers ziet of hoort. Het polderpopulisme van Wilders speelt hier handig op in.
Populisme is voor een aanzienlijk deel gebaseerd op een gevoel van verongelijktheid. Als ik de commentaren op een site als die van De Telegraaf lees, lijkt het wel alsof veel kennelijke PVV-stemmers denken dat elk recht dat aan een religieuze minderheid wordt toegekend onrecht voor de ”autochtone” Nederlander betekent. Vaak wordt daarbij vergeten dat de meeste Nederlandse Joden diepere wortels in Nederland hebben dan menige Henk of Ingrid.
Discussies rond onderwerpen als rituele slacht en het besnijden van jongens versterken bij moslims het gevoel dat zij geen deel uitmaken van de mainstreammaatschappij. Voor moslimfanaten is de vervreemding van vooral jonge moslims in Nederlanders een zegen. Het zal niet om al te grote aantallen gaan, maar elke bekeerling is er één. Hoe meer een jonge moslim zich van zijn christelijke of seculiere omgeving vervreemdt, hoe groter de kans is dat hij de meest intolerante en gevaarlijke vorm van zijn geloof als uitweg kiest. Osama bin Laden kan tevreden zijn. Zijn duivelse werk werpt vruchten af.
Een ander gevolg van de terreurdaden van al-Qaida en andere islamisten is dat Joden in Nederland en elders in het Westen zichtbaarder zijn geworden. Deels komt dit doordat Bin Laden steeds weer probeerde –onterecht, maar vaak met succes– de wereld ervan te overtuigen dat hij voor de Palestijnen streed. Franse, Britse, Nederlandse en andere Joden buiten Israël worden constant op Israëls beleid en daden aangesproken. Nieuwe vormen van antisemitisme hebben mede hierdoor de kop opgestoken.
De verhoogde zichtbaarheid houdt echter ook verband met de groeiende weerstand tegen geloof in het algemeen. Vooral ultra-orthodoxe Joden merken hier de gevolgen van. Tot ruim tien jaar geleden zag nauwelijks iemand hen staan. Keppeltjes waren voor vrijwel niemand problematisch. Niemand die er brood in zag om tegen de besnijdenis ten strijde te trekken. En ritueel slachten werd toegestaan, omdat het deel uitmaakte van de vrijheid van godsdienst, toen nog een heilig goed, en omdat het om minieme aantallen ging. Het verband met halal slachten was nog niet zo vanzelfsprekend als het vandaag –onterecht– lijkt te zijn. De historische context van een verbod op ritueel slachten werd destijds bovendien nog als een geldig argument tegen zo’n verbod gezien.
Na 11 september 2001 worden religieuze Joden en alle moslims door de goegemeente over één kam geschoren. Een goed voorbeeld is een artikel op de site van een volkomen seculiere blogger met wie ik het zelden oneens ben. ”Verbal Jam” schreef vorige week naar aanleiding van de discussie over ritueel slachten: „Het zijn daarbij altijd weer die eeuwige baardige heertjes die uit naam van hun god de vrijheid opeisen om anderen te onderdrukken: de andersdenkenden, hun vrouwen, hun kinderen, hun dieren.” Alsof we dagelijks lezen over religieus-Joodse Nederlanders die andersdenkenden lastigvallen, of hun vrouwen, kinderen, of dieren mishandelen.
Osama bin Laden kan tevreden zijn. In Nederland wonende moslims vervreemden van hun eerste of tweede vaderland, Joden worden weer als ”de ander” gezien en voelen zich soms onveilig of ongewenst.
In Nederland is onverdraagzaamheid god geworden; Wilders en velen met hem zijn haar profeet, dierenliefde en vooruitgang zijn haar vijgenbladeren. We kunnen islamisten en andere fanatieke gelovigen niet verwijten dat ze onverdraagzaam zijn tegenover andersdenkenden, als we zelf niet het fatsoen, de moed en ruimdenkendheid kunnen opbrengen om andermans geloofsgebonden normen en gebruiken werkelijk te accepteren, en die ander zijn normen en gebruiken van harte te gunnen.
De auteur is historicus. In 1995 emigreerde hij naar Israël.