Zorgleerling blijft op refoschool
DEN HAAG – Het reformatorisch onderwijs behoudt als enige richting in het onderwijs zijn samenwerkingsverbanden voor zorgleerlingen.
Dat blijkt uit een tussenrapportage over de toekomst van het passend onderwijs die minister Van Bijsterveld van Onderwijs vrijdag naar de Tweede Kamer stuurde. De bewindsvrouw heeft zo’n 160 gesprekken gevoerd om het draagvlak voor de hervormingen te vergroten. De Tweede Kamer had daarom gevraagd.
Op dit moment hebben alle richtingen hun eigen samenwerkingsverbanden, maar Van Bijsterveldt wil daarvan af. Ze gaat de samenwerking per regio organiseren. Binnen de regionale samenwerkingsverbanden zijn de scholen verantwoordelijk voor de instandhouding van het (voortgezet) speciaal onderwijs.
De nieuwe samenwerkingsverbanden zijn ook verantwoordelijk voor de zwaardere vormen van speciaal onderwijs, waaronder de cluster 3-leerlingen (zeer moeilijk leerbaar) en de cluster 4-leerlingen (zeer moeilijk opvoedbaar) vallen.
Het reformatorisch onderwijs hoeft van de minister niet mee te doen in de regionalisering. De belangrijkste reden daarvoor is dat het refo-onderwijs nu reeds een goedlopende samenwerking heeft en aan alle (nieuwe) voorwaarden voldoet. De minister vindt het niet verstandig om daar een eind aan te maken. In een interview met deze krant in februari beloofde de bewindsvrouw dat ze zich sterk zou gaan maken voor het behoud van de reformatorische samenwerkingsverbanden voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Van Bijsterveldt stelt de Tweede Kamer voor het reformatorisch onderwijs een eigen samenwerkingsverband (SWV) te geven. Het SWV voortgezet onderwijs krijgt een eigen rechtspersoon en het SWV primair onderwijs ook. De twee rechtspersonen gaan nauw samenwerken op het gebied van de leerlingenzorg.
In het samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs werken alle zeven reformatorische scholengemeenschappen en PRO De Swaef in Ede met elkaar samen. In het nieuwe samenwerkingsverband primair onderwijs gaan 160 basisscholen met elkaar samenwerking aan. Het reformatorisch basisonderwijs telt op dit moment zes samenwerkingsverbanden.
Sinds 2008 werken de zes samenwerkingsverbanden voor het primair onderwijs en het samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs al nauw met elkaar samen en treden ze als één netwerk op. Sinds vorig jaar kreeg dit veldinitiatief een uitbreiding, omdat er ook geëxperimenteerd mocht worden met de zwaardere zorg (cluster 4). De ervaringen met dit samenwerkingsverband zijn volgens de minister zo positief dat ze deze samenwerking in stand wil houden. Overigens heeft het reformatorisch onderwijs de doelstelling om zo veel mogelijk leerlingen op de reguliere school te houden.
De zeven bestaande samenwerkingsverbanden hebben vorige week een stuurgroep opgericht die de nieuwe rechtspersoon vorm gaat geven. Als voorzitter van deze stuurgroep is benoemd G. R. van Leeuwen MES, directeur-bestuurder van drie basisscholen in Neder-Betuwe en landelijk projectleider van het veldinitiatief en het experiment.