Herdenkingsboek 400 jaar hervormde gemeente Besoyen
”Het volk van Zijn weide” is de titel van het gedenkboek dat werd uitgegeven ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de hervormde gemeente Besoyen.
Goed gekozen, want Besoyen is afgeleid van ”by ooyen”, ofwel ”bij gras en weiland”.
Kort wordt de geschiedenis van het dorp weergegeven. In 1421 is het helemaal vergaan tijdens de Elisabethvloed, in later jaren werd het geteisterd door de pest of door „rovende en brandstichtende krijgslieden van Spaanse zijde en van staatszijde.” Toen in 1840 in het dorp een zware brand woedde, bleef de kerk „wonder boven wonder” gespaard. Het kerkgebouw was in 1610 als eerste ”reformatorisch godshuis” in de wijde omtrek gebouwd.
De geschiedenis van de hervormde gemeente wordt vooral beschreven aan de hand van de predikanten die er stonden: Cornelis Hanecop als eerste (1610-1613), Christiaan Mijderwerk als laatste (2008-heden).
In maart 1626 verscheen van de hand van Joost van den Vondel een ”scherpzinnig hekeldicht” op ds. Hanecop toen deze in Amsterdam in conflict kwam met enkele remonstrantse predikanten. Het draagt als titel ”Rommel-pot van ’t Hanecot”; een 33 strofen tellend gedicht, dat achter in het gedenkboek is opgenomen.
In 1629, toen Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch had veroverd, kwam de weg in de hele regio vrij voor de gereformeerde leer. De vierde predikant van Besoyen (Jeremias Eckius, 1626-1670) kreeg van de Staten de opdracht om in de parochiekerk van Waalwijk voor te gaan. De koster weigerde de sleutel af te geven. De predikant klom toen via een ladder de kerk in en luidde de klok. Ongeveer 200 toehoorders stroomden toe.
De gewone gang van zaken onder de verschillende predikanten wordt beknopt weergegeven. Maar er zijn ook de krenten in de pap. Toen in 1651 baron Johan van Wittenhorst was overleden, kreeg de schoolmeester de opdracht om vier weken lang elke dag een uur de klok te luiden, hoewel de baron niet in Besoyen was begraven.
In de tijd van de strijd tussen patriotten en prinsgezinden (de ”Keezentijd”) trokken de politieke tegenstellingen ook diepe sporen in de gemeente.
In juni 1825 meldde ds. Van Schiffgaarden dat twee leden van de gemeente, tijdens het zingen van de evangelische gezangen, aanstoot hadden gegeven, omdat ze opzettelijk de hoed op het hoofd hielden.
In de vacature van ds. Bachienne (1872-1883) tekende de kerkvoogdij bezwaar aan tegen het beroepen van een voorganger uit de kring van de vrienden van Kohlbrugge: ds. H. G. Ubbink, kand. Gobius du Sart en ds. G. W. Locher. Die waren „te zwaar.” Door tussenkomst van de geschillencommissie gingen de beroepen wel door.
In 1903 kreeg de kerkenraad van een gemeentelid een boze brief omdat een diaken hem bij het collecteren opzettelijk had overgeslagen.
In 1923 ontraadde de consulent een beroep op ds. Van Paddenburg uit Elspeet, omdat het traktement daar 1300 gulden hoger lag. Van Paddenburg bedankte.
Al lezende komen we bij de predikanten die we nog gekend hebben: L. van de Peut, M. Verwey, J. Vink en F. J. Sinke. En dan volgen de laatste zes predikanten, die een terugblik geven op hun tijd in de gemeente: J. Ouwendijk, F. G. Immink, G. van Goch, J. S. Heutink, S. A. Doolaard en Ch. Mijderwijk. Iedere keer komt de naam van koster/ouderling Janson voorbij. Hij maakte je, zegt ds. Ouwendijk, alert op „de inhoud van je verkondiging.” „Nou is het genoeg dominee, er zijn ook dagen dat de zon schijnt”, zei hij tegen ds. Immink, toen die een beetje „overmand was door moeite.” „Besoyen heeft ervaring om beginnende predikanten op te leiden”, zei hij tegen ds. Heutink. En aan ds. Doolaard vroeg hij: „Hoe kan ik nu eens wat opbouwende kritiek leveren op de preken van onzen doomnie?” Ze mochten in ieder geval niet te lang zijn.
Het boek bevat flink wat foto’s, de een scherper dan de ander.
Boekgegevens
”Volk van Zijn weide”, M. H. Nieuwenhuizen e.a. (red.); uitg. Hervormde gemeente Besoyen, 2011; 72 pag, € 19,95. Te bestellen via scriba@kerkinbesoyen.nl.