Cultuur & boeken

Nederland slaagde er niet in een Atlantisch imperium te vestigen

Omstreeks 1500 begon de Europese expansie die zou uitmonden in de grote koloniale rijken van de negentiende eeuw. Ook Nederland behoorde daartoe. Het Nederlandse koloniale rijk omvatte in hoofdzaak de Oost of Nederlands-Indië en enkele gebieden in Azië en Afrika.

dr. O. W. Dubois
17 June 2011 23:33Gewijzigd op 14 November 2020 15:28

Toch heeft de Nederlandse ondernemingslust in de zestiende en zeventiende eeuw zich hiertoe niet beperkt. Deze richtte zich ook op de verre overzijde van de Atlantische Oceaan. Nederlandse koopvaardijschepen zeilden naar Amerika, Brazilië en het Caraïbisch gebied, maar de opbouw van een Atlantisch imperium is niet gelukt. Een lot dat ons land deelde met Frankrijk. Beide landen moesten de Atlantische expansie uiteindelijk overlaten aan toenmalige grootmachten als Portugal, Spanje en Engeland. In de Nederlandse economische geschiedenis is de exploitatie van het Atlantisch gebied echter niet onbelangrijk geweest. Vandaar de bundel ”Atlantisch Avontuur. De Lage Landen, Frankrijk en de expansie naar het Westen, 1500-1800”, met ongeveer dertig korte opstellen waaraan vanwege de verwevenheid met de Franse geschiedenis ook een aantal Franse historici heeft bijgedragen.

Nederland en Frankrijk hadden nauwe economische betrekkingen met elkaar. Ons land haalde graan, wijn en zout uit de Franse streken rondom de Atlantische Oceaan en Nederlandse koopvaardijschepen brachten slaven uit Afrika naar Franse koloniën in het Caraïbisch gebied waar deze tewerk werden gesteld op de winstgevende suikerplantages. Tevens was er een levendige handel in allerlei producten voor de Franse kolonisten. Opmerkelijk is dat een Frans rapport schreef dat de Nederlanders alles goedkoper konden leveren, zelfs waren uit Frankrijk. Het bevestigt, zo wordt opgemerkt, het beeld van de Nederlanders als geboren handelaren.

Naast economische verbondenheid met Frankrijk was er ook de godsdienstige band met de hugenoten, die in de havenstad La Rochelle hun politieke hoofdkwartier hadden en dit in de jaren 1568-1570 hadden omgevormd tot een Atlantisch bolwerk voor de protestantse zaak. La Rochelle was de uitvalbasis voor Hollandse, Zeeuwse en Engelse oorlogsschepen voor hun tochten naar Spanje en de Spaanse koloniën.

De Nederlanders bevochten Spanje niet alleen in eigen land, maar probeerden de vijand ook ver weg aan te tasten. Boeiend blijft het verhaal van de overwinning (1628) op de Spaanse zilvervloot nabij de baai van Mantazas te Cuba door admiraal Piet Hein, wiens naam en grote daden in de collectieve herinnering zijn blijven voortleven − iedereen kent wel het liedje ”Heb je wel gehoord van de zilveren vloot?” van de negentiende-eeuwse dichter Jan Pieter Heije (1809-1876). De Franse auteur van het opstel over Piet Hein merkt op dat de overwinning een knap strategisch staaltje was, waarbij aan Nederlandse zijde geen enkele dode of gewonde viel. De buit van 11,5 miljoen was ongekend groot, maar het meest treffende, in morele zin, is dat Piet Hein zijn manschappen beval geen onnodige slachtoffers te maken.

Piet Hein en zijn zilvervloot spreken tot de verbeelding. Dat doet ook het koloniale rijk dat Nederland in de zeventiende eeuw in Brazilië, destijds in handen van de Portugezen, wist te vestigen. Zonder slag of stoot was dit echter niet gegaan. Een groots opgezette aanval op de hoofdstad Salavador in 1632-1624 was mislukt. Maar na succesvolle kaapvaarten in 1627-1628 en de verovering in 1630 van twee belangrijke plaatsen als Recife en Olinda (waartoe de Republiek een vloot van 67 schepen met ruim 7000 man bijeen had weten te brengen), was de basis gelegd voor de latere kolonisatie onder prins Johan Maurits van Nassau (bouwheer van het Mauritshuis in Den Haag). Deze laatste bestuurde Nederlands-Brazilië van 1637 tot 1644 als gouverneur-generaal. Van de kennis die hij in Brazilië met behulp van kunstenaars en wetenschappers had opgedaan, liet hij door de bekende latinist en dichter Caspar Barlaeus een boek samenstellen dat door de kunstenaar Frans Post met een groot aantal gravures werd geïllustreerd; enkele hiervan zijn in deze bundel opgenomen. De bloei van Nederlands-Brazilië was kortstondig; in 1654 werd het door de Portugezen heroverd.

In de bundel wordt natuurlijk ook aandacht besteed aan de aanwezigheid van Nederland in Amerika, waar gouverneurs als Kieft en vooral Stuyvesant in de kolonie Nieuw-Nederland (ingedeeld naar de tegenwoordige staten zou dit zijn: New York, New Jersey en Delaware, een groot deel van Connecticut en een paar stukjes van Pennsylvania) een goed geordende samenleving tot stand wisten te brengen. Maar ook hier was de Nederlandse overheersing van korte duur en in 1664 moest de Republiek haar kolonie afstaan aan Engeland.

Tot slot verdient de boeiende bijdrage over de vlucht van de hugenoten naar ons land eind zeventiende en begin achttiende eeuw vermelding.

De bijzonder mooi uitgegeven bundel bevat vele en schitterende illustraties die een lust voor het oog zijn en het verleden van de Republiek −dat zowel gevoelens van bewondering voor de moed en ondernemingslust van onze voorvaderen als gevoelens van schaamte over een onmenselijk en onchristelijk verschijnsel als de slavenhandel kan oproepen− op unieke wijze illustreren.


Boekgegevens

”Atlantisch Avontuur. De Lage Landen, Frankrijk en de expansie naar het Westen, 1500-1800”, Piet Emmer, Henk den Heijer en Louis Sicking (red); uitg. Walburg Pers, Zutphen, 2010; ISBN 978 90 5730 681 5; 255 blz.; € 39,50 (na 1 juli € 49,50).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer