Rutte sprak vrijdag na afloop van de ministerraad over „een afgewogen besluit”, dat later op de dag zal worden toegelicht door staatssecretaris Henk Bleker (Landbouw). Als alternatief voor het omstreden plan om 300 hectare van de Hedwigepolder onder water te zetten, wordt nu gekozen voor twee polders ten oosten van Vlissingen.

In plaats van de eerder begrote 114 miljoen euro kost het alternatief ongeveer 150 miljoen euro. „Het kost iets meer, maar betekent ook behoud van landbouwgrond en een stukje natuurcompensatie buitendijks”, zei hij.

De premier ontkende opnieuw dat er eerder een akkoord is gesloten met het Zeeuwse Provinciale Statenlid Johan Robesin over het tegengaan van ontpoldering in Zeeland, in ruil voor diens stem bij de Eerste Kamerverkiezingen. Rutte stelde dat immers al in het regeerakkoord van het minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van PVV de afspraken zijn gemaakt over de Hedwigepolder.

De Provinciaal Zeeuwsche Courant schrijft vrijdag over een brief van Robesin aan Rutte waarin hij wijst op hun eerdere ontmoeting in het Torentje. Robesin is nu teleurgesteld over het alternatief van het kabinet. „Op 23 mei heb ik de coalitie een dienst bewezen, in de hoop en verwachting dat ontpoldering Zeeland eindelijk (!) bespaard zou blijven”, schrijft Robesin, waarna hij constateert dat de hoop op een positieve uitkomst nu „niet langer gerechtvaardigd” lijkt.