Een dementerende kan nieuwe dingen leren
Dementie is aangrijpend. Toch moeten mensen niet bij de pakken neer gaan zitten. Een dementerende kan nog nieuwe dingen leren, meent Ruud Dirkse. „Dat vergroot de zelfredzaamheid en versterkt het gevoel van eigenwaarde.”
Ruud Dirkse roeit graag tegen de stroom in. Met het boek ”(Op)nieuw geleerd, oud gedaan” zet hij met zijn medeauteurs een „onorthodox onderwerp” als het lerend vermogen van mensen met dementie op de agenda. Daarnaast probeert de directeur van het in Hilversum gevestigde adviesbureau DAZ de cultuur in zorgorganisaties te veranderen door de zelfredzaamheid van bewoners te bevorderen en het gebruik van moderne hulpmiddelen te stimuleren.
Als kind bezocht Dirkse zijn dementerende oma, die in een zorginstelling woonde. Hij herinnert zich vooral de mistroostige sfeer. Voor zijn vroegere baan bij het ministerie van Sociale Zaken kwam hij regelmatig in verpleeg- en verzorgingshuizen en concludeerde dat de zorg anders vormgegeven moest worden. Daarom startte hij zes jaar geleden een adviesbureau. „Talrijke zorgverleners nemen zo veel mogelijk handelingen van een patiënt met dementie over. Ze zijn tevreden als hij gewassen is en op tijd zijn eten krijgt. Wanneer ze een praatje maken, hebben ze het gevoel te zitten niksen, terwijl zo’n gesprek misschien wel het belangrijkste moment van de dag is.”
Directe aanleiding voor ”(Op)nieuw geleerd, oud gedaan” vormde Dirkses rol als mantelzorger voor zijn schoonvader, die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Daarnaast prikkelde de kennismaking met een vrouw in het eindstadium van dementie hem zich in het onderwerp dementie en leren te verdiepen. „Ze kon verrassend genoeg uitstekend met een spelcomputer overweg.”
Het gros van de Nederlanders denkt: Leven is leren, maar dat proces stopt als iemand dementie krijgt. Hoe komt dat?
„Bij leren wordt vooral gedacht aan wat je in een schoolbank onder de knie krijgt, aan het stampen van Duitse woordjes bijvoorbeeld. Daarmee heeft het boek echter weinig van doen. Wel met het automatisch leren. Als ik over dat laatste met mantelzorgers en zorgverleners doorpraat, kunnen de meesten er voorbeelden van geven. In het indammen van agressie zitten aspecten die met automatisch leren te maken hebben. Evenals bij het onder de knie krijgen van het gebruik van een rollator. Denk verder aan de technieken die een fysiotherapeut gebruikt om iemand na een heupoperatie weer te laten lopen. Het punt is dat aan deze voorbeelden niet het label ”leren” wordt gehangen.”
Dementie is toch afbraak? Dingen vergeten, de weg kwijtraken en uiteindelijk familieleden niet meer herkennen.
„Er gaan hersencellen stuk en verbindingen tussen cellen worden onherstelbaar beschadigd. Het betreft wel een geleidelijk verlopend aftakelingsproces. Dit betekent dus niet –zoals vaak wordt gedacht– dat er na het stellen van de diagnose niets meer mogelijk zou zijn. Vergelijk dit met het wonen in een verzorgingshuis. Voor de verhuizing kleden veel bewoners zichzelf nog aan en zijn ze regelmatig in de keuken bezig. Een week nadat ze hun intrek in een tehuis hebben genomen, blijft daar vaak niets van over. Dat heeft te maken met de visie van verzorgenden en met het beeld dat cliënten van zichzelf hebben. Bij het revalideren na een heupoperatie zetten we allerlei hulpmiddelen in om iemand weer zo goed mogelijk te laten lopen. Bij dementie denken we daarentegen zwart-wit en leggen we al snel het hoofd in de schoot.”
Dementerenden die nieuwe dingen leren. Is dat geen te positieve voorstelling van zaken?
„Het leerproces verloopt met vallen en opstaan en zal niet bij iedereen het beoogde resultaat hebben. Afhankelijk van welke hersencellen en -functies zijn aangetast. Probeer in elk geval zo goed mogelijk op beschadigingen in te spelen. Zo weten we dat emoties op een andere plek dan feiten worden opgeslagen. Ze spelen een rol bij het onthouden. Vrijwel iedereen kan zich bijvoorbeeld herinneren waar hij was toen hij op 11 september 2001 hoorde van de aanslagen van al-Qaida. Welk tijdschrift hij eergisteren las, is hij daarentegen vergeten. Nieuwe dingen leren lukt beter door een koppeling met positieve of negatieve emotie.”
Welke positieve emoties zijn te gebruiken bij mensen met dementie?
„Onder meer humor. Een vrouw in het eindstadium van dementie woont in een verpleeghuis waar naast elke kamer een muurschildering is aangebracht om te zorgen dat mensen hun eigen plek beter vinden. Bij de vrouw werkte dit niet. Ze probeerde op de geschilderde fiets naast haar kamerdeur te klimmen, zonder te beseffen dat ze bijna ‘thuis’ was. Een verzorgende zag dit en kon haar lach niet inhouden. De vrouw deed mee. Sinds dat moment vindt ze zonder probleem haar stekje. Veel mensen vinden het gênant om te lachen als er iets fout gaat. Toch daag ik hen uit positieve emoties bewust in te zetten. Een persoon met dementie voelt naar mijn ervaring feilloos het verschil aan tussen uitlachen en samen lachen.”
Wat gebeurt er als zorgend Nederland vol inzet op het lerend vermogen?
„Het is gezelliger in instellingen. Bewoners vervelen zich minder. Dementerenden zijn zelfredzamer én zitten lekkerder in hun vel, want het gevoel van eigenwaarde is niet verdwenen door de ziekte. Ik wil overigens niet suggereren dat alle problemen de wereld uit zullen zijn door in te zetten op het lerend vermogen. Maar als we het voor elkaar krijgen dat 10 procent van de bewoners van zorginstellingen geen luier meer nodig heeft, levert dit extra tijd op om aandacht aan de mensen te geven.
Iemand die via een iPad met de buitenwereld communiceert of met een spelcomputer leert om te gaan, kan zichzelf beter vermaken. Beperk wel de keuzemogelijkheden. Niet alleen van communicatiemiddelen, maar bijvoorbeeld ook van een sta-opstoel. Mensen zien nu door de bomen het bos vaak niet meer en moeten daardoor –onnodig– geholpen worden.”
Niet iedereen zal zin hebben om iets te leren.
„Dat klopt. Ik ontmoet mensen die zeggen: Ik heb mijn hele leven koffiegezet en gekookt. Laat een ander dat nu maar doen. Door hun ziekte missen ze echter het inzicht dat hun dag saaier wordt door alleen maar achterover te leunen. Je moet zulke mensen verleiden. Een aardappel expres verkeerd schillen en je laten corrigeren door de persoon met dementie doet wonderen.”
Koffiezetten valt te leren, ook door een dementerende. In eerste instantie lukt dit niet meer, omdat hij de verschillende handelingen niet meer kan koppelen. Door alle stappen in het proces regelmatig te oefenen –een vorm van automatisch leren– kan de vaardigheid terugkeren. Soms is een hulpmiddel, zoals foto’s van alle handelingen op het keukenkastje, onmisbaar. Het betreft een van de voorbeelden in ”(Op)nieuw geleerd, oud gedaan”. Zie ook opnieuwgeleerdoudgedaan.nl.
Het boek over het lerend vermogen van mensen met dementie verscheen vorige maand. De uitgave is het tweede deel in de reeks Moderne dementiezorg, na ”Had ik het maar geweten”. Auteurs zijn Ruud Dirkse, directeur van adviesbureau DAZ, hoogleraar en klinisch neuropsycholoog Roy Kessels, gezondheidspsycholoog en lector psychogeriatrie Frans Hoogeveen en Irmgard van Dixhoorn, die gespecialiseerd is in de psychologie van het ouder worden Volgens Dirkse gaat het om de eerste uitgave waarin wetenschappelijke inzichten gecombineerd worden met ontwikkelingen in de zorg, zoals het helpen koken door bewoners van een woonvoorziening.
Het boek biedt inzicht in de werking van de hersenen en maakt duidelijk wat er gebeurt als dementie haar intrede doet. Het blijkt voor ieder mens onmogelijk alle informatie die hem bereikt op te slaan. Daar komt bij dat het geheugen niet onfeilbaar is. Al vanaf het 25e levensjaar gaan de geheugenfunctie en het leervermogen achteruit. Ouderdomsvergeetachtigheid geeft dus niet altijd reden tot ongerustheid. Bij dementie moet er daarnaast sprake zijn van ernstige stoornissen in zaken als de tijdsoriëntatie en planningsvaardigheden. De auteurs benadrukken dat het doek niet valt na het vaststellen van deze hersenziekte en ze breken een lans voor het benutten van het aanwezige lerend vermogen. Al verloopt dat met ups en downs en verschilt het resultaat per persoon.
De uitgave boek zet niet in op bewust leren, zoals het stampen van vreemde woorden, maar op het vergaren van kennis op een onbewuste manier. Dat laatste vindt automatisch plaats. Om dementerenden iets te leren, is herhaling onmisbaar. Evenals het voorkomen van fouten tijdens dit proces. Zij leren niet van fouten, die werken juist verwarrend. Veiligheid is in de ogen van de auteurs een toverwoord: „Blijf rustig en roep positieve emoties op.” Ze maken ook de vergelijking met de opvoeding. Een dementerende heeft evenals een kind behoefte aan structuur en continuïteit. Ook mantelzorgers en zorgverleners moeten daarom proberen op één lijn te zitten in hun bejegening. Het boek richt zich in eerste instantie op mantelzorgers. De 67 praktijkverhalen, die meer dan de helft van de uitgave beslaan, komen bij hen vandaan. Ze maken duidelijk dat kleine veranderingen veel kunnen betekenen en nieuwe energie opleveren.
”(Op)nieuw geleerd, oud gedaan”, Ruud Dirkse e.a.; uitg. Kosmos Uitgevers, Utrecht, 2011; ISBN 978 90 215 4964 4; 253 blz.; € 22,50.