Sierra Leone krijgt oorlogstribunaal
De Verenigde Naties beginnen nog deze maand met de oprichting van een oorlogstribunaal dat de oorlogsmisdaden moet onderzoeken die werden gepleegd tijdens de burgeroorlog in Sierra Leone, die in negen jaar tijd voor tienduizenden doden zorgde.
VN-baas Kofi Annan maakte donderdag bekend dat het project toch doorgaat, ondanks het feit dat er 20 miljoen dollar tekort is om de rechtbank drie jaar te doen draaien.
In tegenstelling tot het Rwanda- en Joegoslavië-tribunaal (respectievelijk gevestigd in Tanzania en Den Haag) komt de speciale rechtbank voor Sierra Leone er op vraag van de regering zelf. Die besliste al in 2000 tot de oprichting van een tribunaal met de hulp van de VN. De oprichting heeft een hele tijd op zich laten wachten omdat er meningsverschillen opdoken over het mandaat van de rechtbank en door de aanslepende problemen met de fondsenwerving.
Het laatste meningsverschil tussen het secretariaat van de VN en de regering van Sierra Leone -over de tijdelijke jurisdictie van de rechtbank- is nu van de baan, zegt Annan. Volgende week vertrekt er een planningsmissie van de VN naar Freetown om de praktische voorbereidselen te treffen voor de inrichting en de bemanning van een gerechtsgebouw en om het onderzoek en de vervolgingsprocedure op te starten.
Het tribunaal krijgt persoonlijke jurisdictie over „die personen die de grootste verantwoordelijkheid droegen” voor de oorlogsmisdaden. De speciale rechtbank kan rebellenleider Foday Sankoh uiteindelijk toch vervolgen. De vervolging van de leider van het Revolutionair Verenigd Front (RUF) was een van de knopen in de onderhandelingen tussen de VN en de regering. In juli 1999 tekende huidig president Ahmad Tejan Kabbah het vredesakkoord van Lomé met de RUF-rebellen van Foday Sankoh. Het akkoord voorzag amnestie voor Sankoh en zijn aanhangers. De rebellenleider zit nu in de gevangenis omdat hij het bestand met de regering niet respecteerde.
Voor de Verenigde Naties was een algemene amnestie voor het RUF sowieso onaanvaardbaar. Het RUF is verantwoordelijk voor de dood van tienduizenden burgers en de bewuste verminking van duizenden vrouwen en kinderen. De strijders amputeerden systematisch handen en benen van vermeende vijanden en hun familie.
Een ander gevoelig punt was of de 5000 kindsoldaten die vochten in de burgeroorlog vervolgd kunnen worden. Daar is nu een oplossing voor gevonden: alle feiten gepleegd door minderjarigen komen voor de Verzoenings- en Waarheidscommissie en niet voor het tribunaal.
Het Sierra Leone-tribunaal wordt opgericht met vrijwillige bijdragen van de 189 lidstaten, maar die houden zoals gewoonlijk de hand op de knip. Wegens geldgebrek was de driejarenbegroting van het tribunaal al teruggebracht van 114 miljoen dollar naar 57 miljoen. Annan heeft nog nauwelijks genoeg geld in handen om het tribunaal één jaar draaiende te houden met 16 miljoen dollar. Voor het tweede en het derde jaar is nog eens 40 miljoen dollar nodig en de VN-lidstaten hebben tot dusver amper de helft daarvan toegezegd.
Aan de burgeroorlog in Sierra Leone kwam een einde toen president Kabbah verkozen werd in november 1996. In mei werd hij echter afgezet met een militaire coup, maar in maart 1998 kwam hij opnieuw aan de macht met behulp van Ecomog, een regionaal samenwerkingsverband onder leiding van buurland Nigeria. Het vredesverdrag dat Kabbah ondertekende met Sankoh voorziet in de ontwapening van naar schatting 45.000 rebellen en militieleden. De VN-vredesmacht Unmasil kijkt daarop toe.
Ook na juli 1999 gaan de schendingen van de mensenrechten in Sierra Leone door. Human Rights Watch heeft al bewijzen verzameld van een hele reeks wreedheden die door de rebellen werden gepleegd na het vredesakkoord, waaronder gedwongen amputaties, talrijke verkrachtingen, ontvoeringen, gedwongen rekrutering (ook van kinderen) en standrechtelijke executies.