De Tweede Kamer debatteert vandaag over mensenrechten en godsdienstvrijheid. Wereldwijd hebben zo’n 150 miljoen christenen met vervolging te maken. Het bevorderen van godsdienstvrijheid is dan ook nog steeds relevant. Eén groep vervolgde christenen moeten we daarbij niet buiten beschouwing laten: christenen met een moslimachtergrond. Hun positie is nog zorgwekkender dan die van de ”traditionele” christenen in het Midden-Oosten.

In veel moslimlanden voorziet de wet in godsdienstvrijheid, maar in de praktijk vallen moslimbekeerlingen daarbuiten. In veel landen in het Midden-Oosten is overgaan naar het christendom bij de wet verboden.

De islam is namelijk onlosmakelijk verbonden met staat, identiteit, sociale positie, rechten en plichten. In wezen breken ex-moslims met alles wat hen een geaccepteerd lid van hun samenleving maakt. Ze nemen een nieuwe identiteit aan die in strijd is met de bestaande cultuur, politiek en religie. Zij passen niet langer in het islamitische systeem en ook binnen hun familie en sociale omgeving lopen zij tegen grote problemen aan. Daarbij worden zij door verschillende overheden gezien als een bedreiging waar ”iets aan gedaan moet worden”.

Moslimbekeerlingen in het Midden-Oosten betalen vaak een hoge prijs voor hun nieuwe geloof, variërend van een lagere economische positie tot de dood. Moslimbekeerlingen die hun religie officieel willen veranderen, kunnen door politie of veiligheidsdiensten worden opgepakt en soms gemarteld. En dat is niet het enige. Als een moslim zich bekeert tot het christendom, is de familie-eer geschonden. Dit kan ernstige gevolgen hebben, waaronder onterving, verlies van goed en geld, gedwongen echtscheiding en sociale uitsluiting. Bovendien verliezen veel moslimbekeerlingen hun baan en hebben ze grote moeite een andere bron van inkomsten te vinden.

Uit landen als Iran, Irak, Egypte, Jemen en Saudi-Arabië komen daarbij regelmatig berichten van moslimbekeerlingen die gedwongen worden weer terug te keren tot de islam. Als ze dat niet doen, worden ze bedreigd, ontvoerd, mishandeld, gemarteld of zelfs gedood.

Het recht op godsdienstvrijheid is een fundamenteel mensenrecht. Vrijwel alle islamitische staten hebben verdragen ondertekend die dit onderstrepen en wetten aangenomen die de minderheid moeten beschermen. Godsdienstvrijheid betekent ook het recht om geen enkele religie aan te hangen, of om van geloof te veranderen. Het betekent dat je iets te kiezen hebt. Dat geldt dus ook voor christenen met een moslimachtergrond.

Al eerder is de Nederlandse politiek opgeroepen om serieus werk te maken van pleitbezorging ten behoeve van christenen in het Midden-Oosten. Wij hopen dat alle volksvertegenwoordigers in het debat de christenen voor ogen houden die lijden onder vervolging, in het bijzonder ook de christenen die hun geloof geheim moeten houden.

De auteur is directeur van Open Doors, een hulporganisatie voor vervolgde christenen.