Alvin Platinga: Het is volkomen redelijk om God te geloven
Dr. P. de Vries schreef een overzichtelijk werk over de Amerikaanse christenfilosoof Alvin Plantinga. Plantinga benadrukt dat niet waarneming maar waarheid het centrale begrip in de kennisleer moet zijn. Ieder mens gaat ervan uit dat de waarheid universeel, absoluut en objectief is, al gaan de wegen uiteen bij de vraag wat waarheid en wat kennis is. Geloven is een vorm van weten.
Plantinga definieert kennis als ”warranted true belief” (gewaarborgde ware overtuiging). Vanuit de kennisleer stelt Plantinga het bestaan van God weer aan de orde. Het is volgens hem volkomen redelijk om God te geloven. Het gaat om een basisovertuiging die geen bewijs behoeft. Zekerheid van het bestaan van God en van de waarheid van de Bijbel als Gods Woord zijn gebaseerd op de ”sensus divinitatis” (letterlijk: orgaan voor de godheid) en het innerlijk getuigenis van de Heilige Geest. Plantinga gaat uit van het bestaan van God als oorsprong van normen en waarden en van de schepping als bijzondere daad van God.
De Vries kritiseert Plantinga als hij zijn uitgangspunt niet neemt in de volstrekte soevereiniteit van God. Hij werkt wel met puur filosofische argumenten, maar niet met het concrete Schriftgetuigenis. Zijn beroep op de vrije wil en de notie van de middenkennis (God weet van tevoren wat vrije schepselen zullen doen) laat zien dat God in Zijn kennen toch van de mens afhankelijk is. Ook blijft de rol van de ervaring in het vormen van de christelijke overtuigingen onderbelicht. Behalve waardering dus forse kritiek, al wordt deze niet uitvoerig uitgewerkt.
Boekgegevens
Alvin Plantinga. Zijn betekenis voor de christelijke apologetiek; dr. P. de Vries; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2010; ISBN 978 90 8865 202 8; 106 blz.; € 12,90.