De president van de rechtbank in Amsterdam oordeelde donderdag dat de vakbonden wel degelijk werkgevers in de transportsector en hun opdrachtgevers mogen benaderen om te vertellen welke CAO naar hun mening de beste is voor werknemers.

Dat maakte advocaat H. Vallenduuk bekend namens negen transportbedrijven. Die bedrijven spanden een kort geding aan tegen de bonden. Vorige week beperkte de president van de rechtbank de bonden nog met een ordemaatregel. Hij maande FNV Bondgenoten en de CNV Bedrijvenbond geen opdrachtgevers van de transporteurs aan te schrijven totdat hij deze week definitief uitspraak zou doen.

De FNV- en de CNV-bond hebben in totaal ruim veertig transportbedrijven met acties gedreigd omdat zij eigen CAO’s hebben afgesloten met de kleinere vakbond Landelijke Belangen Vereniging (LBV). In deze CAO’s zijn volgens Bondgenoten en de Bedrijvenbond mindere goede arbeidsvoorwaarden opgenomen dan is afgesproken tussen de grote bonden, Transport en Logistiek Nederland en Koninklijk Nederlands Vervoer in de sector-CAO.

„Gelukkig heeft de rechter wel benadrukt in zijn oordeel dat de toon en de inhoud van de acties fatsoenlijk moet zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat de voorlichting die de bonden geven over de CAO’s wel eerlijk en correct moet zijn”, licht Vallenduuk toe. Hij zegt daarbij direct dat hij FNV Bondgenoten al heeft betrapt op „twee leugens” in pamfletten over de CAO-discussie.

Volgens juriste P. Kruijff van de FNV-bond toont Vallenduuk zich met zijn beschuldigingen een slecht verliezer. „Het spreekt voor zich dat wij onze acties fatsoenlijk voeren”, stelt zij. „Sterker nog: uit zorgvuldigheid moeten wij vaak opdrachtgevers van bedrijven waar wij van plan zijn actie te voeren, juist van tevoren waarschuwen. Wij zitten namelijk niet te wachten op schadeclaims.”