Prof. Ko Colijn: Geduld voor operatie in Libië is eindig
DEN HAAG – De militaire operatie in Libië heeft na ruim twee maanden niet geleid tot een doorbraak. Het is de vraag of het publiek zo’n lange adem heeft.
„We hebben de magische grens van 78 dagen nog niet bereikt”, zegt prof. Ko Colijn, directeur van Instituut Clingendael in Den Haag. Zolang was de internationale gemeenschap in 1999 bezig met de operatie in Kosovo om de Servische misdaden daar tegen te gaan.
Dat was „traumatisch”, herinnert Colijn zich. „De doelen waren op. Alles wat gebombardeerd kon worden, was al zo’n beetje geraakt. Niemand wist nog welke kant het op moest. Wel of geen grondtroepen? Uiteindelijk bleek er een geheim onderhandelingsproces te zijn. Dat zou in Libië ook het geval kunnen zijn.”
In Libië is de „magische grens” van 78 dagen dan nog niet gehaald. Maar morgen leven we toch al zo’n zeventig dagen na de eerste bombardementen op 20 maart. „Toch vind ik de sfeer nu beter. We blijven geloven in de kracht van de opstandelingen.
Anderzijds denk ik wel dat er een doorbraak moet komen. Het mooist zou zijn dat Gaddafi zelf naar een veilig land uitwijkt en de macht overdraagt. Dat zou de rebellen aan de macht kunnen brengen.
Het is duidelijk dat men hem het vuur na aan de schenen legt. Een paar keer is hij al zogenaamd per ongeluk bijna gesneuveld.”
Denkt u dat Gaddafi een uitdrukkelijk doel is voor de NAVO?
„Als hij wordt getroffen, zal men zeggen dat hij per ongeluk is geraakt. Als bijproduct van de operatie, zeg maar.”
De VN-resolutie van eind maart noemt de „bescherming van de bevolking” als doel. Dat is meer defensief dan offensief. Toch lijkt een bombardement op Gaddafi’s verblijfplaats eerder aanvallend.
„De resolutie mijdt de woorden offensief en defensief. Het gaat om de bescherming van de bevolking, met „alle middelen”. Zo breed is het. Dat biedt ook ruimte voor het opruimen van Gaddafi.
Anderzijds zit daar wel een risico aan. Voor het eerst wordt nu het concept ”verantwoordelijkheid om te beschermen” toegepast. Als de NAVO dat gebruikt als resolutie voor regimeverandering, is dit de laatste keer dat dit concept wordt toegepast. Het is duidelijk niet de geest van deze resolutie. Een volgende keer zullen de Russen en de Chinezen daar dan geen ruimte voor geven. Dus als Gaddafi al een doelwit is, dan zal men dat niet hardop zeggen.”
De NAVO zegt dat zij zich beperkt tot militaire doelen. Behoort de compound van Gaddafi daartoe?
„Dat is een oude discussie. Zijn strategische doelen ook een legitiem doelwit? In Kosovo werd het gebouw van de staatstelevisie bestookt omdat het deel van de staatspropaganda was.
In Libië lijkt het me van belang dat men dit niet te breed opvat. Er is ook kritiek gekomen op het beschieten van Gaddafi’s compound.
Momenteel zijn er gevechtshelikopters onderweg. Die kunnen nauwkeuriger vuren. Dat kan een manier zijn om op deze discussie over militaire en burgerdoelen in te spelen. Maar met heli’s kom je ook dichter in de buurt van grondtroepen.”
Is er voor het sturen van grondtroepen een nieuwe VN-resolutie nodig?
„Strikt genomen niet. De resolutie sluit alleen een buitenlandse bezetting uit. Grondtroepen kunnen ook tijdelijk optreden.
Toch zie ik dat niet gebeuren. Wel zal men meer helikopters inzetten. Er zijn overigens wel voertuigen onderweg die grondtroepen kunnen vervoeren.”
Is het een optie dat een VN-vredesmacht de zaak daar gaat stabiliseren?
„Dat lijkt mij gevaarlijk. Daar heb je in ieder geval grondtroepen voor nodig. Ik gok er liever op dat men vasthoudt aan de huidige resolutie en die zo ruim mogelijk uitlegt. In de manier van bombarderen zou je kunnen lezen dat men Gaddafi naar de onderhandelingstafel lokt. Men lijkt namelijk steeds langs hem heen te schieten. Maar zolang hij niet reageert, kan het nog lang duren. Terwijl het geduld van het publiek eindig is.”