Dat blijkt uit de voortgangsrapportage van het handvest, een initiatief van de overheid en het bedrijfsleven om structureel meer vrouwen aan de top te krijgen. Minister-president Rutte ontving vanmiddag de voortgangsrapportage uit handen van oud NS-topman Aad Veenman, voorzitter van een commissie die in de gaten houdt hoe het ervoor staat met het handvest.

Uit de rapportage –uitgebracht door de commissie en het Sociaal en Cultureel Planbureau– blijkt dat er sinds het bestaan van het handvest elk jaar groei is gerealiseerd, dit jaar gemiddeld 7,5 procent. Ook is duidelijk te zien dat in sommige sectoren de ondertekenaars van het handvest een groter aandeel vrouwen in de top hebben dan andere bedrijven uit diezelfde sector.

Zo hebben de ondertekenaars in de sector ”financiële instellingen en verzekeraars” een aandeel van 16 procent vrouwen in de top, tegenover 3 procent bij organisaties die het handvest niet hebben ondertekend.

Als de ondertekenaars deze lijn blijven volgen, wordt hun doelstelling van een aandeel van 21,4 procent vrouwen in de top in 2013 waarschijnlijk gehaald, aldus de commissie. „Dit betekent dat de man-vrouwdiversiteit in Nederland steeds meer vaste voet aan de grond krijgt. Maar we zijn er nog niet”, aldus Veenman. Volgens de voorzitter heeft de voortgangsrapportage een signaalfunctie voor bedrijven die het handvest niet tekenden. „Ondertekening is vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend”, meent Veerman.

Het handvest ”Talent naar de top” werd vier jaar geleden gelanceerd en is ondertekend door 170 Nederlandse bedrijven en organisaties, samen goed voor bijna 650.000 werknemers.

Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat van de 25 AEX-bedrijven er slechts 7 het handvest ondertekenden. Onder andere Shell en Philips lieten het handvest voor wat het is. Van de zeven die wel tekenden kan of wil een aantal, waaronder Heineken en TomTom, niet zeggen hoeveel vrouwen er in de hoogste bestuurslagen zitten, aldus de krant vandaag.

De Eerste Kamer beslist volgende week over de invoering van een zogeheten vrouwenquotum van 30 procent. Met een vrouwenquotum in de top van het bedrijfsleven wordt een verkeerd signaal afgegeven, menen tegenstanders, omdat vrouwen dan niet op vrijwillige basis worden aangenomen.