„Veel kansen in Nederlandse maakindustrie”
EINDHOVEN (ANP) – De Nederlandse maakindustrie heeft een goede uitgangspositie. De sector kan de komende twintig jaar 1 procent per jaar sneller groeien dan de afgelopen twintig jaar, als er tenminste een aantal knelpunten wordt weggenomen. Dit stelt het ING Economisch Bureau in het onderzoek ‘My Industry 2030’. Dat rapport wordt donderdag door topman Jan Hommen gepresenteerd aan onder meer minister Maxime Verhagen (Economische Zaken).
ING noemt onder meer de niet-hiërarchische cultuur in Nederland als een belangrijke pre. Hierdoor wordt creativiteit en ideeënvorming gestimuleerd, nodig bij de ontwikkeling van technologische producten. Daarnaast leidt de toenemende internationalisering tot nieuwe groeikansen.
Knelpunten liggen onder meer bij het gebrek aan uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (rd). Nederland presteert op dat gebied internationaal en Europees gezien onder gemiddeld. Volgens ING moet er met name door het bedrijfsleven meer worden geïnvesteerd in rd. Bovendien moet er meer samenwerking komen tussen kennisinstellingen onderling en tussen deze instellingen en het bedrijfsleven. Vooral in het midden- en kleinbedrijf (mkb) is nog een slag te maken. Kleine bedrijven zouden meer samen kunnen werken om onderzoek te laten verrichten door kennisinstellingen.
„We hebben in Nederland een hoogwaardige, schone maakindustrie die helpt de maatschappelijke vraagstukken zoals reductie van energieverbruik aan te pakken”, aldus Bert Woltheus, sectormanager Industrie bij de ING. „De groeiambitie kan echter alleen worden gerealiseerd wanneer alle bij de maakindustrie betrokken partijen dezelfde ambitie voor ogen hebben.”