Vragen over uitleg Genesis overstijgen verbondsdiscussie
Het is niet de verbondsvisie of het aanbod van genade, maar de uitleg van enkele gedeelten uit Genesis die vraagt om een toelichting, reageert ds. C. P. de Boer op ds. J. J. van Eckeveld (RD 24-5).
De verbondsvisie van de Gereformeerde Gemeenten is in het licht van de latere reformatorische traditie legitiem. Deze visie ontspringt aan de Grote Catechismus van Westminster en is vanuit Engeland in Holland beland. Wanneer de Gereformeerde Gemeenten zich op deze latere reformatorische traditie beroepen, is dat hun goed recht. Ik zal dat recht ook niet betwisten.
Zelf oriënteer ik me voor dit onderwerp echter liever op onder anderen Johannes Calvijn. Deze reformator schrijft anders over het genadeverbond dan broeder Van Eckeveld. Calvijns verbondsvisie staat naar mijn overtuiging dichter bij Gods Woord en klinkt ook door in de Drie Formulieren van Enigheid en het doopsformulier.
Broeder Van Eckeveld trekt de lijn in onder meer Bostons geschriften rechtstreeks door naar de prediking binnen de Gereformeerde Gemeenten. Hoewel ik voor hem vrees dat dit te kort door de bocht is, hoop en bid ik samen met hem dat de prediking in de Gereformeerde Gemeenten, in mijn kerkverband en in andere verwante kerkverbanden in ons land met die van de puriteinen overeenstemt. Echter, hierover gaat noch zijn boek, noch mijn recensie.
In mijn recensie constateer ik dat collega Van Eckeveld een aantal cruciale verzen uit Genesis 17 niet uitlegt. Dit weerspreekt hij niet. Ik vroeg hem of het negeren van een aantal cruciale Bijbelteksten samenhangt met zijn verbondsvisie. Deze vraag kwam bij mij op door zijn uitleg van onder andere Genesis 17 te vergelijken met die van Calvijn. Calvijn leest Genesis 17 anders dan mijn collega.
Broeder Van Eckeveld haakt op mijn vraag in, maar beantwoordt deze niet. Hij verbindt mijn vraag met het thema: ”Het aanbod van genade”. Met het stellen van deze vraag zou ik suggereren dat dit in de Gereformeerde Gemeenten niet goed functioneert. Maar wie ben ik om dat te suggereren? Noch het woord prediking, noch het onderwerp aanbod van genade is in mijn recensie genoemd.
Mijn drie vragen zijn door collega Van Eckeveld ondertussen niet beantwoord. Mijn eerste vraag was: Waarom negeert u Gen. 17:12-14? Deze vraag betreft de uitleg van Gods Woord. Dit geldt ook voor de twee andere vragen. Ik stel ze nogmaals: Waarom geen aandacht voor de plaats van Israël in een boek dat over Abrahams leven en de heilsgeschiedenis handelt? En: Wat is de plaats van Abraham ten opzichte van Gods kinderen? Is Abraham alleen maar een voorbeeld?
Deze vragen overstijgen de discussie over twee of drie verbonden. Laat ieder daarin zijn keus maken. Ik constateer echter dat collega Eckeveld op verschillende momenten Genesis anders leest dan Calvijn en ik. Bij Bijbelverzen waar ik van hem uitleg mag verwachten, zwijgt mijn broeder. Thema’s zoals Israël en de heilsgeschiedenis komen niet dan wel nauwelijks aan de orde. Dat vraagt mijns inziens om een verklaring.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Urk.