Relatie CU en SGP al jaren niet opperbest
DEN HAAG – Wat de ChristenUnie betreft, heeft de samenwerking met de SGP gisteren een stevige schram opgelopen. Maar de afgelopen jaren was het meestal de CU die de boot richting de SGP afhield.
Dagblad De Telegraaf was in de aanloop naar de Kamerverkiezingen van 2006 van plan toenmalig ChristenUniefractievoorzitter Rouvoet en zijn SGP-collega Van der Vlies samen in één artikel te portretteren. Rouvoet weigerde daaraan mee te werken. Hij wilde niet samen met de –in de ogen van velen oubollige– staatkundig gereformeerde politicus gezien worden.
Bij de SGP ervoeren ze dat destijds als een emotioneel dieptepunt. De relatie tussen beide partijen was in de periode daarvoor al verslechterd. Een belangrijk keerpunt was de komst in de Kamer in 2002 van het vrouwelijke CU-Kamerlid Huizinga. Met haar aantreden beëindigde de SGP de gewoonte van beide partijen om namens elkaar te spreken. Dat bezeerde de CU weer erg.
Inhoudelijk en qua profiel groeiden CU en SGP daarna van elkaar weg. De ChristenUnie beoogde een moderne, vlotte, regierungsfähige partij te worden. Een al te nauwe band met de ‘zwartekousenpolitici’ van de SGP stond dat streven in de weg.
Omgekeerd volgde de SGP de ChristenUnie niet. Toen die partij in het kabinet kwam, hielden de mannenbroeders bewust afstand. Van der Vlies bekende nooit zijn handtekening te kunnen zetten onder het regeerakkoord dat de ChristenUnie in 2007 sloot met CDA en PvdA. Door de onderscheiden rollen die beide partijen sinds dat jaar speelden (de CU in de coalitie, de SGP in de oppositie) was er van toenadering geen sprake.
Tot een breuk in de samenwerking op Europees vlak kwam het in 2009 toen beide partijen –die met een gezamenlijke lijst de verkiezingen waren ingegaan– zich na de stembusgang bij verschillende Europese partijen aansloten. De SGP stelde dat ChristenUnie-Europarlementariër Van Dalen zijn SGP-collega Belder liet vallen door alleen toe te treden tot de conservatieve fractie.
Bij de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen in 2010 stuurde de CU, tegen de wens van de SGP, in onder meer Den Haag en Haarlem bewust aan op een breuk met de lokale SGP. De CU-partijtop benadrukte dat lijstineenschuiving met de SGP alleen mocht plaatsvinden als de CU niet zelfstandig een zetel zou kunnen halen. Enkele jaren daarvoor verbood het SGP-partijbestuur overigens nog –tijdelijk– lokale samenwerking met de CU als die een vrouw op een verkiesbare plaats zette.
Recent verbeterde de verstandhouding niet. CU en SGP besloten in de afgelopen weken geen gezamenlijke Senaatsfractie te gaan vormen. Over het binnenhalen van een vierde Senaatszetel bij de verkiezingen van gisteren konden ze het niet eens worden.
En dat terwijl op de achtergrond de partijbesturen met elkaar in gesprek waren om de bekoelde relatie weer te verbeteren. Dat proces stokt nu even. Als het stof straks is neergedaald, is het de bedoeling weer samen om de tafel te gaan.