Kleuter meenemen naar de kerk is zinvol
Heeft het wel zin om kleine kinderen mee te nemen naar de kerk? Ik zie de meeste ouders hun kinderen vanaf een jaar of 4 meenemen. Kleuters snappen toch helemaal niets van de preek? Ouders zijn vooral bezig met het stilhouden van hun kind en kunnen zelf ook niet opletten. Kun je niet beter wachten tot hun denken wat meer ontwikkeld is?
Kleine kinderen begrijpen nauwelijks iets van een preek, behalve misschien als er een geschiedenis aan de orde is. Vaak volgt er na de verhaallijn echter meer over het geloofsleven, wat abstracter is. Hiermee kunnen kleine kinderen weinig, omdat hun denken nog heel concreet is. Heeft het wel zin om jonge kinderen mee te nemen naar de kerk?
Deze vraag heeft ongetwijfeld te maken met de tijd waarin wij leven. In toenemende mate wordt allerlei informatie voor kinderen op maat gesneden, zodat ze optimaal kunnen leren.
Dat hapklaar maken is op zichzelf niet verkeerd. Opvoeders hebben kinderen veel te leren en dan is het goed om te doseren. Daarbij komt dat onze maatschappij kinderen de beste mogelijkheden wil bieden. Veel draait tegenwoordig om het kind. Het kind is het vertrekpunt en moet zich maximaal ontwikkelen.
Nogmaals: op zichzelf niets mis mee. Mits er ook een andere kant is. In het leven moet niet alles om het kind draaien, maar het kind moet ook worden ingeleid in de volwassen wereld. Hoe doen we dat? Heel eenvoudig: door het daar te brengen. Door dingen die nog te moeilijk zijn, niet bij hem weg te houden, maar hem ermee in aanraking te brengen. Het kind hoort erbij, ook al draait niet alles om hem.
Wat moet een kleuter in de kerk? Het is het begin van het inleiden in de wereld van de kerkgang. Inderdaad gaat er erg veel langs hem heen. Maar zeker niet alles. Waar woorden van spreker naar luisteraar gaan, is er communicatie. En bij communicatie spelen er twee niveaus: een inhoudsniveau en een betrekkingsniveau. Het inhoudsniveau heeft betrekking op wat er wordt gezegd. Het betrekkingsniveau gaat over hoe de boodschap is bedoeld en gaat ook over de relatie.
Bij een preek zijn bijvoorbeeld eerbied, heiligheid, gunning, afstand of juist nabijheid belangrijk. Op betrekkingsniveau krijgen kinderen al jong indrukken mee en wordt hun geweten gevormd. Ze voelen of een dominee of ouderling bewogen is met het heil van de gemeenteleden. Ze proeven de liefde tot de Koning van de kerk. Niet alleen van de dominee, maar ook van ouders. Want kerkgang begint niet pas in de kerk, maar start al thuis. Kinderen merken hoe ouders opgaan. Is dat met verlangen naar het Woord van God? Biddend of de Heere spreekt? Of is het niet meer dan een gewoonte?
De kerkgang bestaat niet alleen uit de preek, maar ook uit het samen zingen, samen bidden, het met elkaar verbonden zijn als gemeente en dergelijke. Kinderen voelen zich vaak groot als ze voor de eerste keer mee mogen. Ze doen op hun manier mee met zingen en bidden. Ze letten ineens op als een predikant de kinderen aanspreekt en op een eenvoudige manier iets speciaal aan hen uitlegt. Kinderen voelen dat ze er helemaal bij horen.
Als ouders kinderen van jongs af aan meenemen, leren ze hun een patroon en vormen ze het geweten. Het naar de kerk gaan is geen discussiepunt. Kerkgang is niet afhankelijk van onze behoefte, maar hoort erbij voor een christen. Omdat de Heere Zich in Zijn huis via de Evangelieverkondiging bekendmaakt.
En die moeilijke gedeelten dan? Dat valt inderdaad niet mee. Toch maakt het een groot verschil hoe ouders hier zelf tegenover staan. Als ze kritiek hebben op de moeilijkheidsgraad en ook vinden dat kinderen er niets aan hebben, is dat koren op de molen van verzet. Het zal voor kinderen steeds moeilijker zijn om motivatie op te brengen om mee te gaan naar de kerk. En dan? Dan willen de kinderen uiteindelijk helemaal niet meer. Ouders die hierin toegeven, merken dat het bijna niet meer te doen is om later opnieuw een start met hun kinderen te maken.
Hiertegenover staan ouders die het echt belangrijk vinden dat kinderen al jong meegaan. Deze ouders beamen dat het inderdaad moeilijk is en dat kinderen veel nog niet begrijpen, maar ze stoppen hier niet. Zij willen hun kind graag uitleggen waarover de preek ging. Zo’n kind voelt dan de ernst, het gewicht van de zaken van God.
Uiteraard staat dit gesprek niet los van de verdere godsdienstige vorming in het gezin. Als het goed is, voelen ouders de opdracht om vertolker te zijn van Gods Woord naar hun kinderen. Na de preek kunnen zij thuis de brug slaan en aanhaken bij wat hun kind al weet en via sturende vragen stukjes van de preek naar voren halen. Vaak werkt het motiverend als een kind antwoorden kan geven, zelfs al leggen ouders die antwoorden bijna in de mond.
Natuurlijk kan het heel lastig zijn om kinderen te leren stilzitten. Zeker als een kind druk is, valt het niet mee. Anderhalf uur is lang voor een klein kind. Ouders kunnen niet eisen dat het al die tijd in het gelid zit. Wel kunnen ze grenzen afspreken waarbinnen het kind moet blijven. Omdat dit binnen de verschillende kerken verschillend ligt, is het goed als ouders hierover samen overleggen. Wat past binnen hun gemeente? Wat vinden zij zelf acceptabel als ouders?
Het is zaak om grenzen duidelijk te benoemen, zodat het kind concreet weet wat wel en niet de bedoeling is. Daarnaast is het belangrijk om binnen die grenzen ruimte te geven aan het kind.
Vaak hebben ouders in de kerk niet zo erg veel correctiemiddelen. Met een nadrukkelijke frons of een vermanend gefluister houdt het wel op. Thuisgekomen kan een kind horen wat er de volgende keer beter moet. Zo nodig kan een passende straf volgen.
Bij kinderen is het echter minstens zo belangrijk om het goede gedrag concreet te benoemen en te belonen. Dat kan met complimenten of met iets wat speciaal gereserveerd is voor de zondag. Bijvoorbeeld een blokje krasplaatjes waarvan het er eentje mag als het goed heeft stilgezeten. Kleuters doen voor zoiets hun best.
Tips:
Bouw het meenemen naar de kerk rustig op.
Lees samen een prentenboek over wat er in de kerk gebeurt.
Laat het niet van de mening van het kind afhangen of het wel of niet meegaat.
Stop niet met het meenemen als er al een patroon van meegaan naar de kerk is; het later opnieuw meenemen is veel moeilijker.
Spreek grenzen af en geef ruimte.
Sla thuis de brug naar het kind en licht dingen uit de preek die het kind kan begrijpen.
Beloon goed gedrag met aandacht, complimenten of een speciaal voorrecht.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan psychologe drs. Sarina Brons. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@refdag.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.