Cultuur & boeken

Misbruikte meisjes bevrijd

Met een bewonderenswaardige geloofsmoed bevrijden ze jonge meisjes uit de seksindustrie in een land als Cambodja. Het boek ”Vrijheid voor Linh” beschrijft hoe mensen van de Amerikaanse christelijke organisatie International Justice Mission (IJM) schokkend onrecht in de sekshandel bestrijden.

J. Visscher
23 May 2011 23:46Gewijzigd op 14 November 2020 15:06

De „dodelijke cirkel van berusting en wanhoop doorbreken.” Die missie drijft de in 1997 gestarte organisatie International Justice Mission (IJM), zo beschrijft oprichter Gary A. Haugen, medeauteur van ”Vrijheid voor Linh”.

Hoofdmoot in het boek is de beschrijving van een reddingsactie van tientallen meisjes, soms nog maar vijf jaar jong, uit bordelen in het Cambodjaanse dorpje Svay Pak, berucht vanwege sekstoerisme. IJM zorgde er, samen met de autoriteiten, in 2003 voor dat bij een inval dertien verdachten werden opgepakt en veertig slachtoffers werden bevrijd. Linh is de naam van een van de meisjes die de IJM-mensen tegenkwamen.

Undercovermedewerkers van IJM verzamelen met geheime camera’s bewijsmateriaal tegen bordeelhouders en pooiers. Ze doen zich voor als sekstoerist en proberen bordeelhouders aan de praat te krijgen over de handel in meisjes, om zo de misdadigers te kunnen laten berechten.

De beelden dienen ook om bijvoorbeeld politici ertoe te bewegen in het geweer te komen tegen wereldwijde wantoestanden, benadrukt Haugen. Hij wijst op in het geheim gemaakte beelden waarop zo’n twaalf jonge meisjes, kennelijk amper negen jaar, zogenaamd glimlachend om een mogelijke klant heenlopen. „Ik zag door de zieke vertoning heen van jonge meisjes die gedwongen worden te lachen, voordat ze worden misbruikt. (…) Terwijl de beelden doorliepen zag ik een piepklein meisje –niet ouder dan vijf– dat zich vastklampte aan een ander meisje en naar voren werd geschoven voor de verkoop. Het was een afschuwelijk moment.

In de volgende maanden was juist dit het videofragment dat Sharon (een IJM-medewerkster, die is onderscheiden door de Amerikaanse president George W. Bush, JV) en ik steeds weer zouden afspelen, voor iedereen die bereid was de werkelijkheid van de moderne seksslavernij onder ogen te zien. Het was altijd het moment in mijn presentatie dat de mannen zich eindelijk vol afschuw afkeerden en de vrouwen begonnen te huilen en ze onbewust een hand over hun mond sloegen.”

Hardnekkig probleem bij de bestrijding van de handel in jonge meisjes in ontwikkelingslanden is corruptie bij de politie, schrijft Haugen. „Voor bordeelhouders is de belangrijkste bron van bescherming de lokale politie. Agenten sluiten deals met de criminelen en verdienen extra geld door hun contacten te waarschuwen als er een inval aankomt. Keer op keer hebben onze mensen overal ter wereld de politie overgehaald om ons te begeleiden tijdens invallen, om bij aankomst te ontdekken dat de locatie verlaten was.”

Schokkend is dat meer dan eens familie van de jonge slachtoffertjes aan de kant van de misbruikers staat. Zo sloeg een oma het aanbod van hulpverleners af om haar kleindochter te verzorgen en een vak te leren. De oude vrouw wilde liever 400 dollar van een klant van het jeugdige slachtoffertje. „Ze (de oma, JV) wilde haar kleinkind niet beschermen tegen verkrachting. Geld was belangrijker voor haar dan liefde en bescherming bieden aan een kind.”

IJM-oprichter en mensenrechtenadvocaat Haugen, in de jaren negentig door het Amerikaanse ministerie van Justitie afgevaardigd als directeur van het genocideonderzoek van de Verenigde Naties in Rwanda, bestrijdt de gedachte dat de medewerkers van IJM een „stelletje Rambo- achtige avonturiers” zijn. „Waar IJM werkt, ondersteunen we altijd de lokale autoriteiten in de uitvoering van hun eigen wetten. (…) Er zit zeker dramatiek in wat we doen, want het misbruik waaronder wordt geleden, is verschrikkelijk en de daders zijn wreed. Toch is het werk dat we doen vervelend zorgvuldig, professioneel precies, en gebouwd op eindeloze uren van eentonige voorbereiding.” Haugen doelt daarmee onder meer op het vergaren van precieze gegevens over bordeeleigenaren en het regelen van goede nazorg voor geredde kinderen.

”Vrijheid voor Linh” geeft een indringend beeld van de nood van talloze jonge kinderen die worden misbruikt in de seksindustrie. De moed en de inzet van de IJM-medewerkers dwingt respect af.

Telkens weer klinkt in het boek de oproep om, naar Gods bevel, onrecht te bestrijden. De „krachtige woorden van Psalm 10” (onder meer: U, Heer, verhoort de wens van de nederigen, u bemoedigt hen en luistert met aandacht, u doet recht aan wezen en verdrukten, NBV) kregen voor auteur Haugen betekenis toen hij massagraven moest onderzoeken in Rwanda. „Als onze kleinkinderen ons vragen waar we waren toen de zwakkeren en stemlozen en kwetsbaren van onze tijd een leider nodig hadden met mededogen en doelbewustheid en hoop – dan hoop ik dat we kunnen zeggen dat we op kwamen dagen, en dat we op tijd op kwamen dagen. En dat de ware God van de geschiedenis zou kunnen zeggen: „Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar.”


Boekgegevens

Vrijheid voor Linh, Gary A. Haugen en Gregg Hunter; uitg. Ark Media, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 33819 47 6; 272 blz.; € 14,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer