Commentaar: Dubbel gevoel bij morele verontwaardiging
Het nieuws over de aanhouding van IMF-topman Dominique Strauss-Kahn heeft deze week de gemoederen in de wereld behoorlijk beziggehouden. Voor de serieuze media was het aanleiding tot allerlei analyses over mogelijke effecten op de financiële markten. De sensatiepers zorgde voor allerlei pikante details over het ruige liefdesleven van de IMF-baas.
Vrijwel iedereen liet in gesprekken en commentaren blijken Strauss-Kahn de verkrachting van het kamermeisje in een luxueus hotel in New York kwalijk te nemen. Daarbij ging men er voor het gemak maar van uit dat hij deze misdaad inderdaad had begaan. Weinigen realiseerden zich dat niemand misdadiger genoemd mag worden totdat zijn schuld bewezen is. Alleen dat al is moreel verwerpelijk.
Als de rechter Strauss-Kahn wegens verkrachting veroordeelt, zal dat veel mensen die hem kennen echter niet verbijsteren. Hij staat bekend als een rokkenjager, die mede dankzij zijn groot financieel vermogen van vrouwen vaak gedaan krijgt wat hij wil. Hooguit zullen zijn vrienden zich verbazen dat hij het deze keer „niet zo handig” heeft aangepakt. Kortom, hoe verwerpelijk de roddel en de vroegtijdige veroordeling ook zijn, de reputatie van Strauss-Kahn geeft wel enige reden te veronderstellen dat de klacht van het kamermeisje niet uit de lucht is gegrepen.
De morele verontwaardiging roept echter wel een dubbel gevoel op. Aan de ene kant mogen en moeten verkrachting en een losse levensstijl veroordeeld worden. Seksuele losbandigheid is een verleiding voor ieder mens. Het huwelijk is de mens gegeven om verboden verlangens te weerstaan. Dat voor de getrouwde Strauss-Kahn geen vrouw veilig is, is inderdaad een ernstige schending van Gods gebod.
Aan de andere kant moet ieder die zich opwindt over het gedrag van de IMF-topman zich afvragen of hij zuiver bezig is. Terwijl mensen blijk geven van hun verontwaardiging over de escapades van de topman, nemen ze met gretigheid kennis van elk detail over zijn uitspattingen dat de media brengen. Dezelfde wet die overspel verbiedt, gebiedt de goede naam van de naaste te bevorderen. Met gulzigheid de sensatieberichten opnemen verdraagt zich daar niet mee.
In gesprekken over de affaire-Strauss-Kahn wordt nogal eens smalend gedaan over „die hoge heren met hun losse handjes.” Orthodoxe protestanten kunnen zich daarbij nogal eens misprijzend uitlaten over financiële grootverbruikers die zich bewegen in mondaine kringen. Daarbij vergeten ze vaak dat het kwaad en de zonde ook verborgen kunnen gaan achter een pantser van degelijkheid. Weliswaar mag er dan minder uitbrekende zonde zichtbaar worden, de neiging om toe te geven aan de verleidingen zijn daar evengoed aanwezig. Ook daar laaft men zich soms met graagte aan sensationele berichten over het privéleven van vooraanstaande mensen. En ook daar zijn zorgelijk ontwikkelingen op gebied van de seksuele moraal. Soms is er zelfs sprake van een dubbele moraal. Wat de ander niet mag in het openbaar, doet men zelf in het geniep. Dominique Strauss-Kahn zat mogelijk fout, maar reformatorische christenen vaak ook. Beiden hebben radicale omkeer nodig.