Top pensioenfonds moet deskundiger
Aan de bestuurders van pensioenfondsen moeten zwaardere eisen worden gesteld. De kennis van individuele bestuurders bij vooral kleinere en middelgrote fondsen moet daarvoor omhoog.
Dat zei voorzitter J. Rietmulder van de Kring van Pensioenspecialisten (KPS) dinsdag op een congres in Soest. De vakkennis van afzonderlijke bestuurders schiet vaak tekort, geeft Rietmulder toe. „Vaak is binnen een bestuur als geheel wel voldoende deskundigheid aanwezig, maar zit die soms bij één persoon.” Alle bestuurders moeten volgens hem de basisbegrippen voldoende in de vingers hebben. Daarbij noemt hij onder meer de diverse pensioenregelingen, beleggingsbeleid, risicomanagement en financiële verslaglegging.
Aanleiding voor zijn voorstel is het negatieve beeld dat de buitenwacht van de pensioenwereld heeft. Die is nogal gesloten en in zichzelf gekeerd, erkent Rietmulder. Nu de buffers de laatste drie jaren door de sluipende beurskrach fors zijn geslonken, „vragen velen zich af: Hoe hebben die bestuurders het zo ver kunnen laten komen? Was dit niet te voorzien geweest? Is mijn pensioen nog wel veilig?” De KPS-voorzitter begrijpt die zorg. „Met de pensioenen is veel geld gemoeid. Niet alleen macro-economisch, maar ook persoonlijk.”
Tussen de pensioenfondsen bestaan evenwel grote verschillen. Een fonds van een multinational heeft voldoende vakkennis in huis, stelt Rietmulder. „Maar bij een bescheiden ondernemingspensioenfonds met een paar honderd deelnemers moeten werknemers het bestuur op een zondagmiddag erbij doen.” Juist van deze bestuurders wil de KPS-voorzitter de deskundigheid vergroten. Rietmulder stelt dat dit gaat om een kleine 3000 bestuurders op een totaal van ruim 6000 pensioenfondsbestuurders.
De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) toetst sinds 2000 de deskundigheid van de besturen van pensioenfondsen. Rietmulder meent echter dat harde objectieve criteria een beter inzicht in de vakkennis van de bestuurders zouden geven.
De PVK wil evenwel vasthouden aan de huidige manier van toetsing, zei bestuurslid F. Klopper. „Invoering van objectieve normen zou een versimpeling van de werkelijkheid betekenen. De deskundigheid die in een bestuur vereist is, hangt sterk af van het pensioenfonds. De onderlinge verschillen zijn enorm groot.” De toezichthouder stelt dat vakkennis binnen het collectieve bestuur het belangrijkste is. Minder interessant voor de PVK is de vraag hoe die expertise over de bestuursleden is verdeeld.
De PVK gaat voortaan steeds meer kijken naar de degelijkheid van het bestuur, waarin volgens de toezichthouder ook risico’s kunnen liggen, aldus Klopper. Tot nu toe legde de kamer de loep vooral bij de financiële situatie van pensioenfondsen. „Een rijk fonds met een matig bestuur is een korter leven beschoren dan een arm fonds met een goed bestuur.”