Dat betoogde VVD-fractievoorzitter Stef Blok donderdag in de Tweede Kamer. Het aantal schriftelijke Kamervragen is in vijf jaar toegenomen van tweeduizend naar drieduizend per jaar. Dat spoort niet met de wens van vrijwel alle politieke partijen om te snijden in de bureaucratie en het aantal ambtenaren bij de overheid, vindt Blok. Hij gelooft ook niet dat de Kamer het kabinet met al die extra vragen en debatten beter is gaan controleren.

Het beantwoorden van een schriftelijke vraag van een Kamerlid kost volgens Blok rond de 2000 euro aan inzet van ambtenaren. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes becijferde een paar jaar geleden dat dit bedrag op 1750 euro lag. Blok zou graag zien dat deze berekening nog een keer wordt gemaakt.

In een interview met Elsevier noemt Blok de Tweede Kamer de „grootste aanjager van de bureaucratie in Nederland”. Zelf stelt hij maar zeven schriftelijke vragen per jaar, al moet hij toegeven dat daar ook een vraag tussen zat die was bedoeld om in de krant te komen.

De overvloed aan spoeddebatten over „onbenullig onderwerpen” als de moord op de honingbij of Kamervragen over overlast door roeken in Lochem schaden het aanzien van de Kamer, vindt Blok. „Wij moeten niet zonder bevoegdheden zomaar wat schreeuwen. Niet proberen de gemeenteraad van heel Nederland te zijn. Verkrampte microcontrole sluipt de Kamer binnen.”

Maar Blok voelt niets voor het vaststellen van quota. Wel wil hij dat in elk jaarverslag komt te staan hoeveel kosten de Kamer heeft veroorzaakt. Zijn collega-fractievoorzitters wil hij proberen te overreden zich terughoudend op te stellen. „Ik vrees echter dat de vragenkampioenen SP, Partij voor de Dieren en PVV hier niks in zien.”